De neofreudianen en hun theorieën

Inhoudsopgave:

Anonim

Neofreudiaanse psychologen waren denkers die het eens waren met veel van de fundamentele principes van Freuds psychoanalytische theorie, maar de benadering veranderden en aanpasten om hun eigen overtuigingen, ideeën en meningen op te nemen. Psycholoog Sigmund Freud kwam met veel ideeën die zeer controversieel waren, maar hij trok ook een aantal volgers.

Veel van deze denkers waren het eens met Freuds concept van het onbewuste en het belang van de vroege kinderjaren. Er waren echter een aantal punten waar andere geleerden het niet mee eens waren of direct verwierpen. Daarom stelden deze individuen hun eigen unieke theorieën over persoonlijkheid en cognitie voor.

Neofreudiaanse meningsverschillen

Er zijn een paar verschillende redenen waarom deze neofreudiaanse denkers het niet eens waren met Freud. Erik Erikson geloofde bijvoorbeeld dat Freud het bij het verkeerde eind had als hij dacht dat persoonlijkheid bijna volledig werd gevormd door gebeurtenissen uit de kindertijd. Andere kwesties die neofreudiaanse denkers motiveerden waren onder meer:

  • Freuds nadruk op seksuele driften als primaire motivator
  • Freuds gebrek aan nadruk op sociale en culturele invloeden op gedrag en persoonlijkheid
  • Freuds negatieve kijk op de menselijke natuur

Veel van de neofreudianen waren van mening dat Freuds theorieën te veel gericht waren op psychopathologie, seks en ervaringen uit de kindertijd. In plaats daarvan kozen velen van hen ervoor om hun theorieën te concentreren op meer positieve aspecten van de menselijke natuur en op de sociale invloeden die bijdragen aan persoonlijkheid en gedrag.

Hoewel de neofreudianen misschien zijn beïnvloed door Freud, ontwikkelden ze hun eigen unieke theorieën en perspectieven op menselijke ontwikkeling, persoonlijkheid en gedrag.

Grote neofreudiaanse denkers

Er waren een aantal neofreudiaanse denkers die braken met de freudiaanse psychoanalytische traditie om hun eigen psychodynamische theorieën te ontwikkelen. Sommige van deze personen maakten aanvankelijk deel uit van Freuds binnenste cirkel, waaronder Carl Jung en Alfred Adler.

Carl Jungo

Carl Jung en Freud hadden ooit een hechte vriendschap, maar Jung brak uit elkaar om zijn eigen ideeën te vormen. Jung noemde zijn persoonlijkheidstheorie analytische psychologie, en hij introduceerde het concept van het collectieve onbewuste. Hij beschreef dit als een universele structuur die door alle leden van dezelfde soort wordt gedeeld en die alle instincten en archetypen bevat die het menselijk gedrag beïnvloeden.

Jung legde nog steeds veel nadruk op het onbewuste, maar zijn theorie legde meer nadruk op zijn concept van het collectieve onbewuste dan op het persoonlijke onbewuste. Net als veel van de andere neofreudianen richtte Jung zich ook minder op seks dan Freud in zijn werk.

Alfred Adler

Alfred Adler was van mening dat de theorieën van Freud te sterk gericht waren op seks als de primaire motivator voor menselijk gedrag. In plaats daarvan legde Adler minder nadruk op de rol van het onbewuste en meer op interpersoonlijke en sociale invloeden.

Zijn benadering, die bekend staat als individuele psychologie, was gericht op de drive die alle mensen hebben om hun minderwaardigheidsgevoelens te compenseren. Het minderwaardigheidscomplex, zo suggereerde hij, waren de gevoelens en twijfels van een persoon die niet overeenstemmen met die van andere mensen of met de verwachtingen van de samenleving.

Erik Erikson

Terwijl Freud geloofde dat persoonlijkheid grotendeels in steen gebeiteld was tijdens de vroege kinderjaren, was Erikson van mening dat de ontwikkeling gedurende het hele leven doorging. Hij geloofde ook dat niet alle conflicten onbewust waren. Hij dacht dat velen bewust waren en voortkwamen uit het ontwikkelingsproces zelf.

Erikson deed minder nadruk op de rol van seks als motivator voor gedrag en legde in plaats daarvan een veel sterkere nadruk op de rol van sociale relaties.

Zijn achttrapstheorie van psychosociale ontwikkeling concentreert zich op een reeks ontwikkelingsconflicten die zich gedurende het hele leven voordoen, van geboorte tot dood. In elke fase worden mensen geconfronteerd met een crisis die moet worden opgelost om bepaalde psychologische krachten te ontwikkelen

Karen Horney

Karen Horney was een van de eerste vrouwen die getraind was in psychoanalyse, en ze was ook een van de eersten die Freuds voorstellingen van vrouwen als inferieur aan mannen bekritiseerde. Horney maakte bezwaar tegen Freuds uitbeelding van vrouwen als lijdend aan 'penisnijd'.

In plaats daarvan suggereerde ze dat mannen "baarmoederjaloezie" zouden ervaren omdat ze geen kinderen kunnen krijgen. Haar theorie richt zich op hoe gedrag werd beïnvloed door een aantal verschillende neurotische behoeften

Een woord van Verywell

Hoewel zowel freudiaanse als neofreudiaanse ideeën grotendeels uit de gratie zijn geraakt, speelden ze wel een rol bij het vormgeven van het veld van de psychologie. Neofreudiaanse ideeën droegen ook bij aan de ontwikkeling van andere psychologietheorieën die zich vaak richtten op zaken als persoonlijke en sociale ontwikkeling.