Ondersteuning en kritiek van Piaget's Stage Theory

Inhoudsopgave:

Anonim

Jean Piagets theorie van cognitieve ontwikkeling is bekend binnen de psychologie en het onderwijs, maar is ook onderwerp van veel kritiek geweest. Hoewel het werd gepresenteerd in een reeks discrete, progressieve stadia, geloofde zelfs Piaget dat ontwikkeling niet altijd zo'n soepel en voorspelbaar pad volgt.

Ondanks de kritiek heeft de theorie een aanzienlijke invloed gehad op ons begrip van de ontwikkeling van kinderen.

Piagets observatie dat kinderen eigenlijk anders denken dan volwassenen, heeft een nieuw tijdperk van onderzoek naar de mentale ontwikkeling van kinderen ingeluid.

Ondersteuning voor de theorie

Piagets focus op kwalitatieve ontwikkeling had een belangrijke impact op het onderwijs. Hoewel Piaget zijn theorie niet specifiek op deze manier heeft toegepast, zijn veel educatieve programma's nu gebaseerd op de overtuiging dat kinderen les moeten krijgen op het niveau waarop ze zich in hun ontwikkeling voorbereiden.

Daarnaast zijn er een aantal instructiestrategieën afgeleid uit het werk van Piaget. Deze strategieën omvatten het bieden van een ondersteunende omgeving, het gebruik van sociale interacties en peer-teaching, en het helpen van kinderen om drogredenen en inconsistenties in hun denken te zien.

Problemen met onderzoeksmethoden

Veel van de kritiek op het werk van Piaget heeft betrekking op zijn onderzoeksmethoden. Een belangrijke inspiratiebron voor de theorie waren Piagets observaties van zijn eigen drie kinderen. Daarnaast waren de andere kinderen in de kleine onderzoeksgroep van Piaget allemaal van goed opgeleide professionals met een hoge sociaaleconomische status. Vanwege deze niet-representatieve steekproef is het moeilijk om zijn bevindingen te generaliseren naar een grotere populatie

De onderzoeksmethodologie van Piaget is ook problematisch vanwege het feit dat hij zelden gedetailleerd beschrijft hoe zijn deelnemers werden geselecteerd. Het meeste van zijn werk bevat zeer weinig statistische details over hoe hij tot zijn conclusies kwam.

Een ander probleem ligt bij Piaget's gebrek aan duidelijk operationeel gedefinieerde variabelen. Om zijn waarnemingen te repliceren en objectief te meten hoe de ene variabele tot veranderingen in een andere leidt, moeten onderzoekers zeer specifieke definities van elke variabele hebben. Veel van de terminologie die verband houdt met de theorie van Piaget mist deze operationele definities, dus het is erg moeilijk voor onderzoekers om zijn werk nauwkeurig te repliceren.

Er zijn ontwikkelingsvariaties

Onderzoek heeft het argument van Piaget betwist dat alle kinderen automatisch naar de volgende ontwikkelingsfase zullen gaan naarmate ze ouder worden. Sommige gegevens suggereren dat omgevingsfactoren een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van formele operaties.

De theorie lijkt te suggereren dat het bereiken van de formeel-operationele fase het einddoel van ontwikkeling is, maar het is niet duidelijk of alle mensen de ontwikkelingstaken die kenmerkend zijn voor formele operaties ook daadwerkelijk volledig bereiken. Zelfs als volwassenen kunnen mensen moeite hebben om abstract na te denken over situaties, waarbij ze terugvallen op concretere operationele manieren van denken.

De theorie lijkt ook te suggereren dat de intellectuele ontwikkeling grotendeels voltooid is op de leeftijd van 12 jaar. Meer recent onderzoek toont aan dat de tienerjaren en vroege volwassenheid ook een periode van belangrijke cognitieve ontwikkeling zijn.

Ook de podiumbenadering wordt als problematisch ervaren. Stadiumtheorieën zijn om een ​​aantal redenen niet meer populair geworden in de hedendaagse psychologie. Een daarvan is dat ze vaak de vele individuele variaties die in ontwikkeling zijn, niet nauwkeurig vastleggen.

De theorie onderschat de vaardigheden van kinderen

De meeste onderzoekers zijn het erover eens dat kinderen veel van de vaardigheden op jongere leeftijd bezitten dan Piaget vermoedde. Theory of mind-onderzoek heeft uitgewezen dat 4- en 5-jarige kinderen een nogal geavanceerd begrip hebben van hun eigen mentale processen en die van andere mensen.

Kinderen van deze leeftijd hebben bijvoorbeeld enig vermogen om het perspectief van een andere persoon in te nemen, wat betekent dat ze veel minder egocentrisch zijn dan Piaget geloofde. Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat zelfs kinderen vanaf 3 jaar enig vermogen hebben om te begrijpen dat andere mensen een andere kijk op dezelfde scène zullen hebben.

De erfenis van Piaget

Hoewel er tegenwoordig maar weinig strikte Piagetiërs zijn, kunnen de meeste mensen de invloed en erfenis van Piaget waarderen. Zijn werk wekte interesse in de ontwikkeling van kinderen en had een enorme impact op de toekomst van het onderwijs en de ontwikkelingspsychologie.

Hoewel zijn onderzoeksmethoden onvolmaakt waren, was zijn werk een pionier in de ontwikkeling van wat nu bekend staat als de klinische methode. Deze aanpak omvat het voeren van intensieve interviews met proefpersonen over hun eigen denkprocessen.

De theorie van Piaget hielp ook de manier waarop onderzoekers over kinderen dachten te veranderen. In plaats van ze simpelweg te zien als kleinere versies van volwassenen, begonnen experts te erkennen dat de manier waarop kinderen denken fundamenteel verschilt van de manier waarop volwassenen denken.