Nu het menselijk genoom eindelijk in kaart is gebracht, wordt er gezocht naar die genen die ervoor zorgen dat we ziekten ontwikkelen, waaronder obsessief-compulsieve stoornis (OCS). Hoewel duidelijk is dat OCS een genetische basis heeft, is het nog niet duidelijk welke genen van belang kunnen zijn en onder welke omstandigheden.
Genen en ziekte
Voordat we bespreken of er een genetische basis is voor OCS, laten we eerst enkele fundamentele genetische concepten bekijken en hoe deze verband houden met ziekte.
Genen fungeren als de blauwdruk van het lichaam voor het maken van verschillende eiwitten. Deze eiwitten worden gebruikt om een enorm aantal weefsels en biochemicaliën te vervaardigen. Interessant is dat verschillende mensen verschillende versies van een bepaald gen kunnen hebben. Deze verschillende versies worden soms allelen genoemd.
Hoewel wordt aangenomen dat sommige ziekten, zoals cystische fibrose, worden veroorzaakt door één specifiek gen, wordt aangenomen dat de meeste ziekten, waaronder psychische aandoeningen zoals OCS, worden veroorzaakt door een combinatie van veel verschillende genen. In deze gevallen is uw kwetsbaarheid voor een bepaalde ziekte hangt af van de verschillende versies of allelen van de genen die je van je ouders hebt geërfd en in welke combinatie.
Omgeving speelt een grote rol bij het ontwikkelen van ziekten
Het is echter belangrijk om te beseffen dat de omgeving een zeer sterke invloed heeft op het al dan niet kunnen uiten van een bepaalde genetische kwetsbaarheid in de vorm van een ziekte. Een persoon die genetisch kwetsbaar is voor longkanker, kan de ziekte bijvoorbeeld alleen krijgen als hij sigaretten rookt of wordt blootgesteld aan zware milieuvervuiling. In een ander geval kan een persoon die vatbaar is voor depressie, nooit depressief worden als ze nooit een voldoende ernstige stressor tegenkomt.
Hoewel we vaak horen over het 'natuur versus opvoeding'-debat, erkennen de meeste experts nu dat het de… interactie tussen onze genen en de omgeving die bepaalt of we een ziekte krijgen. Er wordt inderdaad vaak gezegd dat terwijl onze genen "het pistool laden", het de omgeving is die "de trekker overhaalt".
De genetica van OCS
Onderzoek met identieke tweelingen en familieleden van mensen met ocs suggereert dat de grootste factor in iemands risico op het ontwikkelen van ocs genetisch is, en het resterende risico wordt bepaald door de omgeving. Daarom hebben onderzoekers gezocht naar de specifieke genen die een risico vormen voor het ontwikkelen van OCS.
Hoewel er geen specifiek "OCD-gen" lijkt te zijn, zijn er aanwijzingen dat bepaalde versies of allelen van bepaalde genen kunnen wijzen op een grotere kwetsbaarheid.
Er is bijvoorbeeld enig voorlopig bewijs dat het hebben van bepaalde versies of allelen van genen die de aanmaak van serotonine (een neurochemische stof die belangrijk kan zijn voor OCS), van de hersenen afgeleide neurotrofe factor (een chemische stof die een grote rol speelt bij het beheersen van de ontwikkeling van de hersenen) en glutamaat (een andere neurochemische stof in de hersenen die belangrijk kan zijn voor OCS) kunnen wijzen op een soort kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van OCS. Dat gezegd hebbende, het is verre van duidelijk hoe deze genen de ontwikkeling van OCS beïnvloeden, en er moet nog veel onderzoek worden gedaan.
Genetische kwetsbaarheid betekent weinig zonder omgeving
Daarnaast is het belangrijk te bedenken dat deze (en andere, nog niet ontdekte) genetische kwetsbaarheden alleen relevant kunnen zijn onder de juiste omgevingsomstandigheden. OCS wordt bijvoorbeeld in verband gebracht met prenatale risicofactoren, zoals te zwaar worden tijdens de zwangerschap en moeilijke bevallingen, evenals stressfactoren in het leven, zoals aanzienlijk emotioneel of fysiek misbruik. Als zodanig kan iemand geen OCS ontwikkelen tenzij hij of zij over de juiste genetische kwetsbaarheid onder de juiste (of misschien verkeerde) omstandigheden.
OCS is een zeer complexe ziekte. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een enkel gen van de ongeveer 30.000 die we bezitten ooit verantwoordelijk kan zijn voor het genereren van de complexe obsessies en dwanghandelingen die kenmerkend zijn voor OCS. Het is veel waarschijnlijker dat OCS het resultaat is van veel verschillende genen die op elkaar inwerken om een verhoogde kwetsbaarheid te creëren.
Studies naar de genetica van OCS richten zich momenteel op genetische verschillen die de verschillende subtypes van OCS-symptomen kunnen verklaren. Dergelijk onderzoek kan nuttig zijn bij het ontwikkelen van behandelingen die gerichter zijn op specifieke symptomen met een grotere effectiviteit dan momenteel mogelijk is.