Wat is een gedragsstoornis?
Gedragsstoornis is een doorlopend gedragspatroon dat wordt gekenmerkt door emotionele en gedragsproblemen. Kinderen met een gedragsstoornis gedragen zich op een boze, agressieve, argumentatieve en ontwrichtende manier.
Gedragsstoornis bij kinderen gaat verder dan slecht gedrag. Het is een diagnosticeerbare psychische aandoening die wordt gekenmerkt door patronen van het schenden van maatschappelijke normen en de rechten van anderen. Naar schatting heeft ongeveer 3% van de schoolgaande kinderen een gedragsstoornis. Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes
Het is belangrijk voor kinderen met een gedragsstoornis om professionele behandeling te krijgen. Het herkennen van de vroege waarschuwingssignalen kan u helpen passende maatregelen te nemen.
Symptomen
Gedragsstoornis gaat verder dan de normale rebellie van tieners. Het gaat om ernstige gedragsproblemen die waarschijnlijk alarm zullen slaan bij leraren, ouders, leeftijdsgenoten en andere volwassenen. Om in aanmerking te komen voor de diagnose gedragsstoornis, moeten kinderen in het afgelopen jaar minimaal drie van deze symptomen en in de afgelopen zes maanden minimaal één hebben: symptoms
Agressie jegens mensen en dieren
- Anderen pesten, bedreigen of intimideren
- Fysieke gevechten aangaan
- Een wapen gebruiken dat ernstig letsel kan veroorzaken
- Fysieke wreedheid tegen mensen
- Fysieke wreedheid jegens dieren
- Stelen terwijl je een slachtoffer confronteert
- Gedwongen seksuele activiteit
Vernietiging van eigendom
- Opzettelijk vuur instellen
- Andere vernietiging van eigendom
Bedrog of diefstal
- Een huis, auto of gebouw binnendringen of binnendringen
- Liegen voor persoonlijk gewin
- Stelen zonder het slachtoffer te confronteren (zoals winkeldiefstal)
Ernstige regelovertreding
- 's Nachts wegblijven voor de leeftijd van 13 jaar
- Minstens twee keer 's nachts van huis weglopen
- Spijbelen die begint voor de leeftijd van 13
Gevolg
Gedragsstoornis is niet alleen een uitdaging voor verzorgers, het schaadt zelfs het vermogen van een kind om te functioneren. Sommige gebieden waar de aandoening het leven van een kind kan beïnvloeden, zijn onder meer:
- Onderwijs: Kinderen met een gedragsstoornis gedragen zich zo slecht dat hun opvoeding erdoor wordt aangetast. Ze krijgen meestal regelmatig disciplinaire maatregelen van leraren en kunnen school overslaan. Kinderen met een gedragsstoornis lopen een groter risico om te falen of voortijdig te stoppen met school.
- Juridische kwesties: Adolescenten met een gedragsstoornis hebben ook meer kans op juridische problemen. Drugsmisbruik, gewelddadig gedrag en het negeren van de wet kunnen leiden tot opsluiting.
- Verhoudingen: Kinderen met een gedragsstoornis hebben ook slechte relaties. Ze hebben moeite om vriendschappen te ontwikkelen en te onderhouden. Hun relaties met familieleden lijden meestal onder de ernst van hun gedrag.
- Seks: Ze kunnen ook risicovol seksueel gedrag vertonen. Studies tonen aan dat tieners met een gedragsstoornis meer kans hebben om meerdere seksuele partners te hebben en minder geneigd zijn om bescherming te gebruiken
Diagnose
Gedragsstoornissen bij kinderen kunnen worden gediagnosticeerd door een beroepsbeoefenaar in de geestelijke gezondheidszorg of een arts. Vaak wordt een diagnose gesteld nadat pogingen om gedragsproblemen op school en thuis te verhelpen niet effectief zijn.
Een professional kan het kind interviewen, dossiers bekijken en ouders en leerkrachten vragen vragenlijsten in te vullen over het gedrag van het kind. Psychologische tests en andere beoordelingsinstrumenten kunnen ook worden gebruikt om het kind te evalueren.
Oorzaken
Onderzoekers weten niet precies waarom sommige kinderen een gedragsstoornis ontwikkelen. Er zijn waarschijnlijk verschillende biologische, psychologische en sociale factoren bij betrokken. Vaak overlappen die factoren elkaar. Sommige die een rol kunnen spelen, zijn onder meer:
- Hersenafwijkingen: Beeldvormingsstudies suggereren dat kinderen met een gedragsstoornis afwijkingen kunnen hebben in bepaalde delen van de hersenen. De prefrontale cortex (die het beoordelingsvermogen beïnvloedt) en het limbische systeem (die de emotionele reacties beïnvloedt) kunnen aangetast zijn.
- Cognitieve tekorten: Een laag IQ, slechte verbale vaardigheden en een verminderd executief functioneren kunnen kinderen kwetsbaarder maken voor gedragsstoornissen.
- Genetica: Studies suggereren dat erfelijke genen verantwoordelijk kunnen zijn voor ongeveer de helft van antisociaal gedrag. Onderzoekers weten niet zeker welke specifieke genetische componenten bijdragen aan gedragsstoornissen.
- Maatschappelijke kwestiesArmoede, ongeorganiseerde buurten, slechte scholen, uiteenvallen van gezinnen, psychische aandoeningen van de ouders, hard ouderschap en onvoldoende toezicht zijn allemaal sterk verbonden met gedragsstoornissen.
Oppositionele opstandige stoornis als voorloper
Sommige kinderen met een oppositionele opstandige stoornis ontwikkelen een gedragsstoornis. Oppositionele opstandige stoornis is een gedragsstoornis die gepaard gaat met een patroon van boze of prikkelbare stemming, argumentatie en opstandigheid, en wraakzucht. Zonder effectieve behandeling kan een oppositionele opstandige stoornis zich ontwikkelen tot een gedragsstoornis naarmate een kind ouder wordt.
Veelvoorkomende comorbide aandoeningen
Veel kinderen met een gedragsstoornis hebben andere psychische problemen of cognitieve stoornissen. Deze kunnen zijn:
- ADHD
- Zelf pijniging
- Drugmisbruik
- Depressie en angst
- Post-traumatische stress-stoornis
- Leerstoornis
Kinderen met een gedragsstoornis kunnen later in hun leven een grotere kans hebben om een antisociale persoonlijkheidsstoornis te ontwikkelen.
Types
Er zijn drie subtypes van gedragsstoornissen. Deze subtypes onderscheiden zich door de leeftijd waarop de symptomen voor het eerst verschijnen.
- Begin in de kindertijd geeft aan dat de symptomen begonnen voor de leeftijd van 10 jaar.
- Begin van de adolescentie geeft aan dat de tekenen van de aandoening begonnen tijdens de tienerjaren van een kind.
- Ongespecificeerd begin geeft de leeftijd aan de exacte leeftijd waarop de symptomen voor het eerst begonnen is niet duidelijk.
De Diagnostic and Statistical Manual (DSM-5), die wordt gebruikt om psychische aandoeningen te diagnosticeren, maakt ook onderscheid tussen gedragsstoornissen met of zonder 'beperkte prosociale emoties'.
Personen met beperkte prosociale emoties worden gekenmerkt door ongevoeligheid en een gebrek aan wroeging en empathie. Ze maken zich geen zorgen over hun prestaties op school of op het werk en hebben oppervlakkige emoties. Indien aanwezig, kunnen hun emotionele uitingen worden gebruikt om anderen te manipuleren.
Behandeling
Behandeling voor gedragsstoornissen is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de leeftijd van een kind en de ernst van gedragsproblemen. De meest voorkomende behandelmethoden zijn:
- Gezinstherapie: Ouders, broers en zussen en andere familieleden kunnen worden uitgenodigd om met het kind naar de therapie te komen. Soms kan het verbeteren van de relatie tussen ouders en een kind de gezinsinteracties verbeteren.
- medicatie: Er is geen medicijn dat specifiek gedragsstoornissen behandelt. Maar soms kunnen artsen medicijnen voorschrijven om de symptomen van de aandoening te behandelen of om andere onderliggende psychische aandoeningen aan te pakken
- Oudertraining: Bij de behandeling zijn vaak zorgverleners en ouders betrokken. Ouders kunnen gedragsbeheersingsstrategieën en -technieken leren om de veiligheid in huis te vergroten als een kind agressief of gewelddadig is.
- Psychotherapie: Individuele therapie kan nuttig zijn wanneer een kind baat kan hebben bij het leren van nieuwe vaardigheden, zoals woedebeheersing en impulsbeheersing.
- Woonplaatsing: In gevallen waarin het gedrag van een kind of adolescent uit de hand is gelopen, kan behandeling in een woonprogramma nodig zijn om iedereen veilig te houden. Een therapeutische omgeving kan problemen met middelenmisbruik, seksueel gedrag of geweld aanpakken.
Vroegtijdige interventie is de sleutel tot het krijgen van de meest effectieve behandeling, dus het is belangrijk dat ouders, opvoeders en artsen zich bewust zijn van de tekenen van gedragsstoornissen bij kinderen, zodat passende verwijzingen en interventies kunnen worden ingesteld.
Omgaan met
Onderzoek suggereert dat deelname aan psychosociale behandelingen zowel kinderen als gezinnen kan helpen omgaan met de effecten van gedragsstoornissen. Dergelijke benaderingen omvatten vaak het werken met ouders en verzorgers om hen te helpen effectieve manieren te vinden om het gedrag van hun kind te beheersen. Dit kunnen zaken zijn als:
- Structuur creëren
- Grenzen afdwingen
- Duidelijke instructies geven
- Positief gedrag belonen
- Time-outs gebruiken na ongepast gedrag of uitbarstingen
Het uiteindelijke doel van een dergelijke training is om ouders en kinderen te helpen effectiever met elkaar om te gaan. Dit kan leiden tot minder conflicten en kinderen helpen hun gedrag beter te reguleren.