Diagnostische criteria voor cyclothymische stoornis

Inhoudsopgave:

Anonim

Cyclothymie, of cyclothymische stoornis, is een aandoening waarbij stemmingen wisselen tussen hypomanie en depressie. Hoewel milder dan een bipolaire stoornis, is cyclothymie soms een voorloper van een bipolaire I- of II-stoornis.

Hoe cyclothymische stoornis wordt gediagnosticeerd?

Criterium A uit de Diagnostisch en statistisch handboek van psychische stoornissen, vijfde editie (DSM-5) definieert cyclomanie als: "Gedurende ten minste twee jaar (ten minste één jaar bij kinderen en adolescenten) zijn er talloze perioden geweest met hypomane symptomen die niet voldoen aan de criteria voor een hypomane episode en talrijke perioden met depressieve symptomen die niet voldoen aan de criteria voor een depressieve episode."

Aanvullende criteria voor cyclothyme stoornis in de DSM-5 zijn:

  • B. Tijdens de bovengenoemde periode van twee jaar (één jaar bij kinderen en adolescenten) zijn de hypomanische en depressieve perioden minstens de helft van de tijd aanwezig geweest en is de persoon niet langer dan twee maanden achtereen zonder symptomen geweest.
  • C. Er is nooit voldaan aan de criteria voor een depressieve, manische of hypomane episode. (Als dergelijke episodes later verschijnen, wordt de diagnose gewijzigd in bipolaire I- of bipolaire II-stoornis, naargelang het geval.)
  • D. De symptomen worden niet beter verklaard door een andere psychische stoornis.
  • E. De symptomen worden niet veroorzaakt door een stof (d.w.z. medicatie of misbruik) of een andere medische aandoening.
  • F. De symptomen veroorzaken klinisch significant lijden of beperkingen op sociaal, beroepsmatig of ander belangrijk gebied van functioneren.

De specificatie "met angstige nood" kan worden toegevoegd aan een diagnose van cyclothymische stoornis waarbij angst een belangrijke factor is.

Andere Overwegingen

Cyclothyme stoornis komt meestal voor het eerst voor bij adolescenten en jonge volwassenen, en er is een risico van 15-50% dat zo'n persoon later een volwaardige bipolaire I- of II-stoornis zal ontwikkelen.

Er is een genetische component gevonden die het risico op het ontwikkelen van cyclothymie verhoogt, vooral bij eerstegraads familieleden van personen met stemmingsstoornissen.