De preoperationele fase is de tweede fase in Piagets theorie van cognitieve ontwikkeling. Deze fase begint rond de leeftijd van 2, wanneer kinderen beginnen te praten, en duurt tot ongeveer 7 jaar
Tijdens deze fase beginnen kinderen symbolisch te spelen en leren ze symbolen te manipuleren. Piaget merkte echter op dat ze de concrete logica nog niet begrijpen.
Belangrijkste kenmerken
De preoperationele fase vindt ruwweg plaats tussen de leeftijd van 2 en 7 jaar. Taalontwikkeling is een van de kenmerken van deze periode
Piaget merkte op dat kinderen in dit stadium nog geen concrete logica begrijpen, informatie mentaal niet kunnen manipuleren en niet in staat zijn het standpunt van andere mensen in te nemen, wat hij egocentrisme noemde.
Tijdens de pre-operationele fase worden kinderen ook steeds bedrevener in het gebruik van symbolen, zoals blijkt uit de toename van spelen en doen alsof. Een kind kan bijvoorbeeld een object gebruiken om iets anders uit te beelden, zoals doen alsof een bezem een paard is .
Rollenspel wordt ook belangrijk - kinderen spelen vaak de rollen van 'mama', 'papa', 'dokter' en vele andere personages.
Egocentrisme begrijpen
Piaget gebruikte een aantal creatieve en slimme technieken om de mentale vermogens van kinderen te bestuderen. Een van de beroemde technieken om egocentrisme aan te tonen, was het gebruik van een driedimensionale weergave van een bergtafereel. Vaak aangeduid als de 'Three Mountain Task', wordt kinderen gevraagd een foto te kiezen die de scène laat zien die ze hebben waargenomen.
De meeste kinderen kunnen dit met weinig moeite. Vervolgens wordt aan de kinderen gevraagd om een foto te kiezen die laat zien wat iemand anders zou hebben waargenomen als je vanuit een ander gezichtspunt naar de berg keek.
Onveranderlijk kiezen kinderen bijna altijd de scène die wordt getoond hun eigen uitzicht op het berglandschap. Volgens Piaget ervaren kinderen deze moeilijkheid omdat ze niet in staat zijn het perspectief van een ander in te nemen.
Andere onderzoekers hebben ook soortgelijke experimenten uitgevoerd. In één onderzoek kregen kinderen een kamer in een klein poppenhuis te zien. Kinderen konden in het poppenhuis zien dat er achter een meubelstuk speelgoed verstopt zat. Kinderen werden vervolgens naar een grote kamer gebracht die een exacte replica was van het poppenhuis. Heel jonge kinderen begrepen het niet om achter de bank te kijken om het speelgoed te vinden, terwijl iets oudere kinderen meteen naar het speelgoed zochten.
Ontwikkelingspsychologen verwijzen naar het vermogen om te begrijpen dat andere mensen verschillende perspectieven, gedachten, gevoelens en mentale toestanden hebben als theory of mind.
Conservering begrijpen
Een ander bekend experiment is het aantonen van het begrip van natuurbehoud bij een kind. In één conserveringsexperiment worden gelijke hoeveelheden vloeistof in twee identieke containers gegoten. De vloeistof in één container wordt vervolgens in een beker met een andere vorm gegoten, zoals een lange en dunne beker of een korte en brede beker. Vervolgens wordt aan de kinderen gevraagd in welk kopje het meeste vocht zit. Ondanks dat ze zagen dat de vloeistofhoeveelheden gelijk waren, kiezen kinderen bijna altijd de beker die voller lijkt.
Piaget voerde een aantal soortgelijke experimenten uit op het behoud van aantal, lengte, massa, gewicht, volume en hoeveelheid. Hij ontdekte dat maar weinig kinderen enig begrip van natuurbehoud toonden vóór de leeftijd van vijf.
kritieken
Zoals je misschien hebt gemerkt, was Piagets focus in dit ontwikkelingsstadium grotendeels gericht op wat kinderen nog niet konden. De concepten van egocentrisme en behoud zijn beide gericht op vaardigheden die kinderen nog niet hebben ontwikkeld; ze begrijpen niet dat dingen er anders uitzien dan andere mensen en dat objecten van uiterlijk kunnen veranderen terwijl ze dezelfde eigenschappen behouden.
Niet iedereen is het echter eens met Piagets beoordeling van de capaciteiten van kinderen. Onderzoeker Martin Hughes voerde bijvoorbeeld aan dat de reden dat kinderen faalden bij de taak van de drie bergen eenvoudigweg was dat ze het niet begrepen. In een experiment waarbij poppen werden gebruikt, toonde Hughes aan dat kinderen vanaf 4 jaar situaties vanuit meerdere gezichtspunten konden begrijpen, wat suggereert dat kinderen op jongere leeftijd minder egocentrisch worden dan Piaget geloofde.
Kenmerken van concrete operationele fase in cognitieve ontwikkeling