Om uit te leggen waarom onze mentale toestanden van invloed zijn op pijnpercepties, stelden onderzoekers Ronald Melzack en Patrick Wall in het begin van de jaren zestig de zogenaamde gate-control-theorie voor. Deze theorie suggereert dat het ruggenmerg een neurologische "poort" bevat die pijnsignalen blokkeert of ze door laat gaan naar de hersenen.
Onderzoekers merken al lang op dat factoren zoals gedachten, emoties en verwachtingen onze perceptie van pijn kunnen beïnvloeden. Als je verwacht dat iets pijn zal doen, zal het waarschijnlijk nog erger pijn doen. Als u van streek of bang bent, kan de pijn intenser lijken dan wanneer u kalm zou zijn.
In tegenstelling tot een echte poort, die opent en sluit om dingen door te laten, werkt de "poort" in het ruggenmerg door onderscheid te maken tussen de soorten vezels die pijnsignalen dragen. Pijnsignalen die via kleine zenuwvezels reizen, worden doorgelaten, terwijl signalen die door grote zenuwvezels worden verzonden, worden geblokkeerd. Gate control theorie wordt vaak gebruikt om de fantoom of chronische pijn te verklaren.
Hoe poortcontrole werkt
Na een blessure worden pijnsignalen doorgegeven aan het ruggenmerg en vervolgens naar de hersenen. Melzack en Wall suggereren dat voordat de informatie naar de hersenen wordt verzonden, de pijnberichten "zenuwpoorten" tegenkomen die bepalen of deze signalen door de hersenen worden gelaten.
In sommige gevallen worden de signalen gemakkelijker doorgegeven en wordt pijn intenser ervaren. In andere gevallen worden pijnberichten geminimaliseerd of zelfs voorkomen dat ze de hersenen bereiken.
Dit poortmechanisme vindt plaats in de dorsale hoorn van het ruggenmerg van het lichaam. Zowel kleine zenuwvezels (pijnvezels) als grote zenuwvezels (normale vezels voor aanraking, druk en andere huidzintuigen) dragen beide informatie naar twee gebieden van de dorsale hoorn.
Deze twee gebieden zijn ofwel de transmissiecellen die informatie naar het ruggenmerg naar de hersenen transporteren, ofwel de remmende interneuronen die de transmissie van sensorische informatie stoppen of belemmeren.
- Grote vezelactiviteit prikkelt de remmende neuronen, wat de overdracht van pijninformatie vermindert. Wanneer er meer activiteit van grote vezels is in vergelijking met activiteit van kleine vezels, hebben mensen de neiging minder pijn te ervaren. Dit betekent dat de pijnpoorten gesloten zijn.
- Kleine vezels belemmeren de remmende interneuronen, waardoor pijninformatie naar de hersenen kan reizen. Wanneer er meer kleine vezelactiviteit is, inactiveert het de remmende neuronen, zodat pijnsignalen naar de hersenen kunnen worden gestuurd om pijnperceptie (ook bekend als nociceptie) te laten plaatsvinden. Met andere woorden, de pijnpoorten staan nu open.
Hoewel het misschien wel de meest invloedrijke theorie van pijnperceptie is, is poortcontrole niet zonder problemen. Veel van de ideeën die door Melzack en Wall zijn gesuggereerd, zijn niet onderbouwd door onderzoek, inclusief het bestaan van een echt poortsysteem in het ruggenmerg.
Hoe aanraking de pijnperceptie moduleert
Melzack en Wall suggereren dat dit proces verklaart waarom we de neiging hebben om verwondingen te wrijven nadat ze zich hebben voorgedaan. Als je bijvoorbeeld met je scheenbeen op een stoel of tafel slaat, stop je misschien even om over de geblesseerde plek te wrijven. De toename van normale sensorische informatie bij aanraking helpt de activiteit van pijnvezels te remmen, waardoor de perceptie van pijn wordt verminderd.
Gate control-theorie wordt ook vaak gebruikt om uit te leggen waarom massage en aanraking nuttige pijnbeheersingsstrategieën kunnen zijn tijdens de bevalling. Omdat de aanraking grote vezelactiviteit verhoogt, heeft het een remmend effect op pijnsignalen.
Melzack en Wall merkten zelf op dat de 'poort'-metafoor voor pijnperceptie een nuttige manier was om mensen te helpen het basisconcept te begrijpen, ongeacht of ze de complexe fysiologische processen achter de theorie begrepen. Artsen gebruiken vaak de poortmetafoor om patiënten te helpen begrijpen hoe en waarom pijn zo sterk kan fluctueren.
Een woord van Verywell
Hoewel de poortcontroletheorie niet elk aspect verklaart van hoe mensen pijn ervaren, was de theorie van Melzack en Wall de eerste die rekening hield met de psychologische factoren die de perceptie en ervaring van pijn beïnvloeden. Aanvankelijk was er weerstand tegen de theorie, maar het bewijs wees steeds meer op het bestaan van een spinale poortmechanisme. De theorie hielp bij het transformeren van benaderingen van pijnmanagement.