De wet van effect in de psychologie

Inhoudsopgave:

Anonim

Het principe van de wet van effect, ontwikkeld door Edward Thorndike, suggereerde dat reacties die op de voet worden gevolgd door tevredenheid, stevig aan de situatie zullen worden gehecht en daarom waarschijnlijker zullen zijn wanneer de situatie zich herhaalt.

Omgekeerd, als de situatie wordt gevolgd door ongemak, zullen de verbindingen met de situatie zwakker worden en is het minder waarschijnlijk dat het reactiegedrag optreedt wanneer de situatie zich herhaalt.

Stel je voor dat je op een dag per ongeluk vroeg op je werk komt. Je baas merkt en prijst je toewijding. De lof geeft je een goed gevoel, dus het versterkt het gedrag.

Je begint elke dag een beetje vroeg op je werk te verschijnen om de complimenten van je baas te blijven ontvangen. Omdat het gedrag een aangenaam gevolg volgde, werd de kans groter dat de actie in de toekomst werd herhaald.

Meer voorbeelden

  • Als je studeert en vervolgens een goed cijfer haalt voor een toets, is de kans groter dat je studeert voor het volgende examen.
  • Als u hard werkt en vervolgens een promotie en loonsverhoging ontvangt, is de kans groter dat u zich meer inspant op het werk.
  • Als u door rood rijdt en vervolgens een verkeersboete krijgt, is de kans kleiner dat u in de toekomst verkeerslichten negeert.

Ontdekking

Hoewel we het idee dat consequenties leiden tot gedragsveranderingen vaak associëren met het proces van operante conditionering en B.F. Skinner, heeft dit idee zijn wortels in het vroege werk van psycholoog Edward Thorndike.

In zijn experimenten gebruikte Thorndike zogenaamde puzzeldozen om te bestuderen hoe dieren leren.

De dozen waren ingesloten, maar bevatten een kleine hendel die het dier zou laten ontsnappen wanneer erop werd gedrukt. Thorndike zou een kat in de puzzeldoos plaatsen en dan een stuk vlees buiten de doos.

Hij observeerde dan de pogingen van het dier om te ontsnappen en het voedsel te verkrijgen. Hij registreerde hoe lang elk dier erover deed om erachter te komen hoe hij zichzelf uit de doos kon bevrijden.

Uiteindelijk zouden de katten op de hendel drukken en de deur zou openen zodat het dier de beloning kon ontvangen. Hoewel de eerste keer dat de hendel werd ingedrukt per ongeluk gebeurde, was de kans groot dat de katten het zouden herhalen omdat ze onmiddellijk na het uitvoeren van de actie een onderscheiding hadden ontvangen.

Thorndike merkte op dat de katten bij elke proef veel sneller werden in het openen van de deur. Omdat het indrukken van de hendel tot een gunstig resultaat had geleid, was de kans groter dat de katten het gedrag in de toekomst opnieuw zouden vertonen.

Thorndike noemde dit de 'wet van het effect', wat suggereerde dat wanneer bevrediging een associatie volgt, het waarschijnlijker is dat deze wordt herhaald. Als een ongunstige uitkomst volgt op een actie, wordt het minder waarschijnlijk dat deze wordt herhaald.

Er zijn twee belangrijke aspecten van de wet van effect:

  • Gedrag dat onmiddellijk wordt gevolgd door gunstige gevolgen, komt vaker voor. In ons eerdere voorbeeld werd de kans groter dat het gedrag zou worden herhaald als we door een supervisor werden geprezen omdat hij vroeg op het werk verscheen.
  • Gedrag dat wordt gevolgd door ongunstige gevolgen, komt minder vaak voor. Als je te laat op je werk komt en een belangrijke vergadering mist, zal je in de toekomst waarschijnlijk minder snel te laat komen. Omdat je de gemiste vergadering als een negatief resultaat ziet, is de kans kleiner dat het gedrag zich herhaalt.

Invloed op het behaviorisme

De ontdekking van Thorndike had een grote invloed op de ontwikkeling van het behaviorisme. B.F. Skinner baseerde zijn theorie van operante conditionering op de wet van effect. Skinner ontwikkelde zelfs zijn eigen versie van een puzzeldoos die hij een operante conditioneringskamer noemde (ook bekend als een Skinner-doos).

Bij operante conditionering wordt gedrag dat wordt versterkt, versterkt, terwijl gedrag dat wordt bestraft, wordt verzwakt. De wet van effect had duidelijk een grote invloed op de ontwikkeling van het behaviorisme, dat gedurende een groot deel van de 20e eeuw de dominante denkrichting in de psychologie werd.

Veel gedragsprincipes blijven vandaag in gebruik. In therapeutische settings gebruiken psychologen en andere professionals in de geestelijke gezondheidszorg vaak versterking om positief gedrag aan te moedigen en ongewenst gedrag te ontmoedigen. In dergelijke gevallen kan het gebruik van gunstige uitkomsten worden gebruikt om de kans op toekomstig positief gedrag te vergroten.

Thorndike's onderzoek naar de leerwetten speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de gedragspsychologie en heeft tot op de dag van vandaag invloed.