Conflict tijdens de stadia van psychosociale ontwikkeling

Inhoudsopgave:

Anonim

Gedurende ons leven doorlopen we allemaal specifieke stadia van psychosociale ontwikkeling die ons geluk en onze emotionele en psychologische gezondheid kunnen bijdragen of belemmeren. Zo luidt een theorie van Erik Erikson, een Amerikaanse psycholoog en psychoanalyticus die in 1902 in Duitsland werd geboren.

Overzicht

Erikson stierf in 1994 en liet niet alleen zijn achttrapstheorie van psychologische ontwikkeling achter, maar ook de term 'identiteitscrisis'. Hij geloofde dat mensen in elk ontwikkelingsstadium worden geconfronteerd met tegenstrijdige krachten. Mensen die in staat zijn om succesvol met deze conflicten om te gaan, komen naar voren met een deugd die bij dat ontwikkelingspunt hoort.

Volgens Erikson is een conflict een keerpunt waar elke persoon een worsteling ondergaat om een ​​specifieke psychologische kwaliteit te bereiken. Dit wordt soms een psychosociale crisis genoemd en kan een tijd van kwetsbaarheid zijn, maar ook van kracht als mensen werken aan succes of mislukking.

Hier is een korte blik op deze stadia, het conflict dat ze definieert, en hoe het waarschijnlijk zal helpen bij het vormen van de geestelijke gezondheid.

Fase 1

Sleutelconflict: vertrouwen versus wantrouwen

In de vroegste stadia van de kindertijd worden we geconfronteerd met de vraag op wie we in ons leven kunnen rekenen om voor ons te zorgen en op wie niet. Kinderen die leren dat ze op ouders en andere verzorgers kunnen vertrouwen en erop kunnen vertrouwen, komen uit de eerste fase van psychosociale ontwikkeling met een gevoel van geborgenheid en veiligheid. Degenen die hun verzorgers niet kunnen vertrouwen, kunnen het gevoel krijgen dat de wereld onbetrouwbaar is.

Stage 2

Sleutelconflict: autonomie versus schaamte en twijfel

Naarmate kinderen steeds onafhankelijker worden en de kans krijgen om zelfredzaam te zijn - met andere woorden, om niet voor alles van anderen afhankelijk te hoeven zijn - zullen ze waarschijnlijk een sterk gevoel van onafhankelijkheid en autonomie ontwikkelen. Wanneer ouders en verzorgers alles voor een kind doen, kan ze zich schamen of twijfelen aan haar capaciteiten.

Fase 3

Sleutelconflict: initiatief versus schuld

Wanneer kinderen zelfgestuurde activiteiten en spel mogen ondernemen, leren ze hoe ze het initiatief kunnen nemen voor hun eigen groei en ontwikkeling. Kinderen die dit conflict met succes oplossen, ontwikkelen een gevoel van doelgerichtheid, terwijl degenen die dit conflict niet goed beheersen, schuldgevoelens kunnen hebben.

Fase 4

Sleutelconflict: industrie versus minderwaardigheid

School en leeftijdsgenoten spelen een grote rol in de uitkomst van dit conflict. Kinderen die goed overweg kunnen met andere kinderen van hun leeftijd en die het goed doen op school, zullen zich competent voelen uit deze fase. Degenen die niet in staat zijn om met succes door sociale interacties en academische uitdagingen te navigeren, kunnen zich uiteindelijk minderwaardig voelen en een gebrek aan zelfvertrouwen hebben.

Fase 5

Sleutelconflict: identiteit versus rolverwarring

Deze fase van psychosociale ontwikkeling vindt plaats tijdens de tienerjaren wanneer kinderen nieuwe rollen beginnen te verkennen naarmate ze volwassen worden. Goed omgaan met dit conflict leidt tot een sterk gevoel van persoonlijke identiteit. Degenen die in dit stadium worstelen, kunnen verward raken over wie ze zijn en wat ze met hun leven willen doen.

Fase 6

Sleutelconflict: intimiteit versus isolatie

Het vormen van sterke banden met andere mensen, met name romantische gehechtheden, speelt een cruciale rol bij het oplossen van dit conflict in de vroege volwassenheid. Degenen die slagen, kunnen sterke en duurzame relaties ontwikkelen, terwijl degenen die falen zich geïsoleerd en eenzaam kunnen voelen.

Fase 7

Sleutelconflict: Generativiteit versus stagnatie

Mensen willen het gevoel hebben dat ze iets aan de wereld hebben bijgedragen, en om succesvol door dit conflict te navigeren, moeten prestaties worden geleverd zoals het stichten van een gezin, slagen op het werk en vrijwilligerswerk in de gemeenschap. Tijdens deze fase van de middelbare volwassenheid voelen mensen die hier niet toe in staat zijn zich vaak afgesloten van de rest van de wereld.

Fase 8

Sleutelconflict: integriteit versus wanhoop

Tijdens deze laatste fase van Eriksons theorie van psychosociale ontwikkeling, zullen oudere mensen die terugkijken op hun leven en tevreden zijn met alles wat ze hebben meegemaakt en bereikt, een gevoel van wijsheid en voldoening ervaren. Degenen die spijt hebben en die hun successen niet kunnen erkennen of de rijkdom van het leven dat ze hebben geleid niet waarderen, kunnen zich uiteindelijk verbitterd voelen.

Een woord van Verywell

Conflicten zijn iets waar we allemaal in het leven mee te maken hebben. Veel hiervan zijn natuurlijke gevolgen van de levensfase waarin we ons bevinden. Dit betekent niet dat deze conflicten noodzakelijkerwijs beperkt blijven tot dat punt in het leven of dat ze volledig zullen worden opgelost.

Terwijl Erikson bijvoorbeeld suggereerde dat identiteit grotendeels een uitdaging was tijdens de adolescentie, kan het een voortdurende uitdaging zijn gedurende het hele leven als mensen nieuwe rollen op zich nemen en nieuwe identiteiten proberen. Het creëren van relaties is zeker belangrijk tijdens de jonge volwassenheid, maar die sociale connecties zijn iets dat mensen hun hele leven blijven smeden.

Hoewel de theorie van Erikson een overzicht kan geven van enkele ontwikkelingsconflicten waarmee mensen worden geconfronteerd, is het belangrijk om te onthouden dat elke persoon anders is en dat het leven zich niet noodzakelijkerwijs in een reeks afzonderlijke fasen ontvouwt.