Constructivisme is een soort leertheorie die menselijk leren verklaart als een actieve poging om betekenis te construeren in de wereld om ons heen. Constructivisten geloven dat leren actiever en zelfsturender is dan het behaviorisme of de cognitieve theorie zou veronderstellen.
Constructivisme verdeelt leren in twee soorten: accommodatie en assimilatie. De focus ligt op het verlangen en het vermogen van het individu om te leren, en de leraar of therapeut is er alleen om zelfgestuurd leren te begeleiden.
Het idee van constructivisme is toegepast op vele academische disciplines. Het meest gerelateerd aan het begrijpen van fobieën zijn de concepten van cognitief en sociaal constructivisme.
Cognitief constructivisme
Psycholoog Jean Piaget krijgt de eer voor het creëren van cognitieve constructivistische theorie. Het bestaat uit twee grote delen, genaamd: leeftijden en stadia. De leeftijdscomponent voorspelt het vermogen van kinderen om bepaalde dingen te begrijpen of niet te begrijpen. De fase-component stelt dat mensen informatie niet onmiddellijk kunnen begrijpen en gebruiken, maar dat ze hun kennis moeten opbouwen door ervaring.
Deze theorie is rechtstreeks in tegenspraak met het onderwijsmodel dat de meeste Amerikaanse openbare scholen gebruiken om kennis over te dragen. Waar leraren verwachten dat studenten bepaalde informatie onthouden nadat ze deze kort hebben geoefend, in plaats van hun eigen interesse in iets te ontdekken en het vervolgens te ervaren. In een Piagetiaanse klasomgeving wordt de leraar meer gezien als een begeleider van de leerervaring van de leerling.
Sociaal Constructivisme
Sociaal constructivisme is een variëteit van cognitief constructivisme die naar voren is gebracht door psycholoog Lev Vygotsky. Hij geloofde in het cognitieve model, maar beweerde dat niet alleen het leerproces belangrijk is, maar 'het proces waardoor lerenden werden geïntegreerd in een kennisgemeenschap'.
Hij zag dat leren een sociale interactie tussen mensen vereist. Zo ontstond het sociaal constructivisme. Zowel cognitief als sociaal constructivisme zien kennis als actief geconstrueerd.
De sociale constructie van angststoornissen
Het ervaren van angstaanvallen, waaronder fobieën, is slechts een deel van het mens-zijn. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn de gerapporteerde angstniveaus echter in een alarmerend tempo gestegen. Nu, in de 21e eeuw, behoren angststoornissen wereldwijd tot de meest voorkomende psychische problemen.
Fobieën zijn een angststoornis en sommige clinici geloven dat de sociale constructie van onze moderne samenleving, met zijn hoge tempo en hoge eisen, heeft bijgedragen, en blijft bijdragen, aan deze toename van angststoornissen.
Nog meer bewijs suggereert, volgens een artikel gepubliceerd in de Canadian Journal of Psychiatry, is de stijging te wijten aan het heersende geloof in onze samenleving "dat angstgerelateerde symptomen een sociaal en medisch legitiem antwoord zijn op het leven in de moderne tijd",