Kolb's theorie van leerstijlen

De leerstijlen van Kolb zijn een van de bekendste en meest gebruikte leerstijltheorieën. Psycholoog David Kolb schetste voor het eerst zijn theorie van leerstijlen in 1984.

Hij geloofde dat onze individuele leerstijlen ontstaan ​​door onze genetica, levenservaringen en de eisen van onze huidige omgeving. Naast het beschrijven van vier verschillende leerstijlen, ontwikkelde Kolb ook een theorie van ervaringsleren en een leerstijlinventarisatie.

Overzicht

In zijn ervaringstheorie wordt leren gezien als een cyclus van vier fasen. Ten eerste dienen onmiddellijke en concrete ervaringen als basis voor observatie. Vervolgens reflecteert het individu op deze observaties en begint een algemene theorie op te bouwen over wat deze informatie zou kunnen betekenen.

In de volgende stap vormt de leerling abstracte concepten en generalisaties op basis van hun hypothese. Ten slotte test de leerling de implicaties van deze concepten in nieuwe situaties. Na deze stap keert het proces weer terug naar de eerste fase van het ervaringsproces.

Theorie van leerstijlen

De door Kolb beschreven leerstijlen zijn gebaseerd op twee hoofddimensies: actief/reflectief en abstract/concreet

De Converger

Mensen met deze leerstijl hebben dominante vaardigheden op het gebied van abstracte conceptualisering en actief experimenteren. Ze zijn zeer bedreven in de praktische toepassing van ideeën. Ze hebben de neiging om het beste te presteren in situaties waarin er één beste oplossing of antwoord op een probleem is.

De Diverger

De dominante vermogens van Divergers liggen op het gebied van Concrete Experience en Reflective Observation, in wezen de tegenovergestelde sterke punten van de Converger. Mensen met deze leerstijl zijn goed in het zien van het 'grote geheel' en het organiseren van kleinere stukjes informatie tot een betekenisvol geheel.

Divergers zijn doorgaans emotioneel en creatief en vinden het leuk om te brainstormen om met nieuwe ideeën te komen. Kunstenaars, muzikanten, adviseurs en mensen met een sterke interesse in de schone kunsten, geesteswetenschappen en vrije kunsten hebben de neiging om deze leerstijl te hebben.

de assimilator

Assimulatoren zijn bekwaam op het gebied van abstracte conceptualisering en reflectieve observatie. Het begrijpen en creëren van theoretische modellen is een van hun grootste krachten. Ze zijn meestal meer geïnteresseerd in abstracte ideeën dan in mensen, maar ze zijn niet erg bezig met de praktische toepassingen van theorieën.

Individuen die in wiskunde en de basiswetenschappen werken, hebben de neiging om dit type leerstijl te hebben. Assimulatoren houden ook van werk waarbij planning en onderzoek betrokken zijn.

De accommodatie

Mensen met deze leerstijl zijn het sterkst in Concrete Experience en Active Experimentation. Deze stijl is in feite het tegenovergestelde van de Assimilator-stijl. Accommodators zijn doeners; ze vinden het leuk om experimenten uit te voeren en plannen uit te voeren in de echte wereld.

Van alle vier leerstijlen zijn Accommodators de grootste risiconemers. Ze kunnen goed nadenken en veranderen spontaan hun plannen als reactie op nieuwe informatie.

Bij het oplossen van problemen gebruiken ze meestal een trial-and-error-aanpak. Mensen met deze leerstijl werken vaak in technische velden of in actiegerichte banen zoals sales en marketing.

Overeenkomst met Jungiaanse persoonlijkheidstheorie

Kolb heeft gesuggereerd dat zijn theorie zich uitbreidt en voortbouwt op Carl Jung's persoonlijkheidstheorie, die is gericht op hoe individuen het liefst met elkaar omgaan en zich aanpassen aan de wereld. De leerdimensies van Kolb hebben veel gemeen met de dimensies die te vinden zijn op de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI). De Jungiaanse leerstijlen zijn ook gebaseerd op de typen die op de MBTI zijn geïdentificeerd.

De MBTI is een persoonlijkheidsinventarisatie op basis van het werk van Jung die persoonlijkheid in vier belangrijke dimensies bekijkt. De extraversie/introversie-dimensie op de MBTI lijkt erg op de actieve/reflectieve dimensie van Kolb

Mensen die hoog scoren op extraversie en actief experimenteren zijn over het algemeen doeners, terwijl mensen die hoog scoren op introversie en reflectieve observatie over het algemeen kijkers zijn.

De dimensie Gevoel/Denken op de MBTI lijkt ook erg op de dimensie Beton/Abstract van Kolb. Degenen die hoog scoren op het gebied van voelen en concrete beleving zijn meer gefocust op het hier-en-nu, terwijl degenen die hoog op het gebied van denken en abstracte conceptualisering staan, zich liever concentreren op theoretische concepten.

Ondersteuning en kritiek

In een enquête onder studenten uit 1973 ontdekten Kolb en Goldman dat er een verband was tussen leerstijlen van studenten en hun gekozen departementale major.

Studenten die van plan waren af ​​te studeren in hun gekozen major, hadden leerstijlen die sterk gerelateerd waren aan hun interessegebied. Studenten die managementvelden betreden hadden bijvoorbeeld een meer accommoderende stijl, terwijl degenen die wiskunde volgden een meer assimilatieve benadering hadden.

De resultaten gaven ook aan dat studenten die een opleiding volgden die aansluit bij hun leerstijl, een grotere betrokkenheid bij hun vakgebied hadden dan studenten die een opleiding volgden die niet gerelateerd was aan hun leervoorkeuren.

Het concept van leerstijlen is door velen bekritiseerd en experts suggereren dat er weinig bewijs is om het bestaan ​​van leerstijlen te ondersteunen.

Een grootschalig onderzoek keek naar meer dan 70 verschillende leerstijltheorieën en concludeerde dat er voor elk voldoende valide onderzoek ontbrak om de beweringen te staven.

Opvoeder Mark K. Smith voerde aan dat het model van Kolb alleen wordt ondersteund door zwak empirisch bewijs en dat het leerproces in feite veel complexer is dan de theorie suggereert. Hij merkte ook op dat de theorie niet volledig erkent hoe verschillende ervaringen en culturen het leerproces kunnen beïnvloeden

U zal helpen de ontwikkeling van de site, het delen van de pagina met je vrienden

wave wave wave wave wave