In het leerproces dat bekend staat als klassieke conditionering, is de ongeconditioneerde stimulus (UCS) er een die onvoorwaardelijk, natuurlijk en automatisch een reactie uitlokt. Met andere woorden, de reactie vindt plaats zonder enige voorafgaande leerervaring.
Als u bijvoorbeeld een van uw favoriete etenswaren ruikt, kunt u meteen honger krijgen. In dit voorbeeld is de geur van het voedsel de ongeconditioneerde stimulus.
Voorbeelden van de ongeconditioneerde stimulus
In het klassieke experiment van Ivan Pavlov met honden was de geur van voedsel de ongeconditioneerde stimulus. De honden in zijn experiment zouden het voedsel ruiken en als reactie daarop begonnen te kwijlen. Deze reactie vereist geen leren, en het gebeurt gewoon automatisch.
Nog enkele voorbeelden van de ongeconditioneerde stimulus zijn:
- Een veer die je neus kietelt, zorgt ervoor dat je moet niezen. De veer die je neus kietelt, is de ongeconditioneerde stimulus.
- Als je een ui snijdt, krijg je tranen in je ogen. De ui is de ongeconditioneerde stimulus.
- Stuifmeel van gras en bloemen zorgen ervoor dat je moet niezen. Het stuifmeel is de ongeconditioneerde stimulus.
- Je kat rent naar zijn voerbak als hij eten ruikt. De geur van voedsel is de ongeconditioneerde stimulus.
- Een luide knal zorgt ervoor dat je terugdeinst voor het geluid. Het onverwachte harde geluid is de ongeconditioneerde stimulus omdat het automatisch een reactie uitlokt zonder dat het vooraf is geleerd.
In elk van deze voorbeelden veroorzaakt de ongeconditioneerde stimulus van nature een ongeconditioneerde reactie of reflex. Je hoeft niet te leren reageren op de ongeconditioneerde stimulus - het gebeurt gewoon automatisch.
De rol van de neutrale stimulans
Voor klassieke conditionering of leren heb je zowel een neutrale stimulus als een ongeconditioneerde stimulus nodig. Met andere woorden, om conditionering te laten plaatsvinden, moet je eerst beginnen met het koppelen van een voorheen neutrale stimulus aan een ongeconditioneerde stimulus.
Een neutrale stimulus roept in eerste instantie geen specifieke reactie op, maar wanneer deze samen met een ongeconditioneerde stimulus wordt gebruikt, kan het het leren effectief stimuleren. Een goed voorbeeld van een neutrale stimulus is een geluid of een lied.
Wanneer het in eerste instantie wordt aangeboden, heeft de neutrale stimulus geen effect op het gedrag. Omdat het herhaaldelijk wordt gekoppeld aan een ongeconditioneerde stimulus, begint het dezelfde reactie te veroorzaken als de UCS.
Het geluid van een piepende deuropening kan bijvoorbeeld in eerste instantie een neutrale stimulus zijn. Als dat geluid herhaaldelijk gepaard gaat met een ongeconditioneerde stimulus, zoals het voeren van je kat, zal dat geluid uiteindelijk een verandering in het gedrag van je kat veroorzaken. Als er eenmaal een associatie is gevormd, kan uw kat reageren alsof hij wordt gevoed elke keer dat hij de piepende deur hoort opengaan.
Timing van aangeleerd gedrag
Tijdens het klassieke conditioneringsproces zijn er een aantal verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op hoe snel associaties worden geleerd. Hoeveel tijd er verstrijkt tussen het presenteren van de aanvankelijk neutrale stimulus en de ongeconditioneerde stimulus, is een van de belangrijkste factoren bij het al dan niet daadwerkelijk plaatsvinden van leren.
De timing van hoe de neutrale stimulus en de ongeconditioneerde stimulus worden gepresenteerd, is wat van invloed is op het al dan niet vormen van een associatie, een principe dat bekend staat als de theorie van contiguïteit.
UCS en klassieke conditionering
In het beroemde experiment van Ivan Pavlov bijvoorbeeld was de toon van de zoemer aanvankelijk een neutrale stimulus, terwijl de geur van voedsel de ongeconditioneerde stimulus was. Het presenteren van de toon dichtbij het presenteren van de geur van voedsel resulteerde in een sterkere associatie. Het luiden van de zoemer, de neutrale stimulus, lang voordat de ongeconditioneerde stimulus leidde tot een veel zwakkere of zelfs niet-bestaande associatie.
Verschillende soorten conditionering kunnen verschillende timing of volgorde gebruiken tussen de neutrale stimulus en de UCS
- In gelijktijdige conditionering, wordt de neutrale stimulus op het exacte moment gepresenteerd als de ongeconditioneerde stimulus. Dit type conditionering leidt tot zwak leren.
- In achterwaartse conditionering, wordt eerst de ongeconditioneerde stimulus gegeven en daarna de neutrale stimulus. Dit type conditionering leidt ook vaak tot zwak leren.
- In sporenconditionering, wordt de neutrale stimulus kort aangeboden en dan gestopt, dan wordt de ongeconditioneerde stimulus gepresenteerd. Dit type conditionering geeft goede resultaten.
- In vertraagde conditionering, wordt de neutrale stimulus gepresenteerd en gaat door terwijl de ongeconditioneerde stimulus wordt aangeboden. Dit type conditionering geeft de beste resultaten.