Wat externaliseren betekent in de psychiatrie?

Inhoudsopgave:

Anonim

Externaliserend is een term die door professionals in de geestelijke gezondheidszorg wordt gebruikt om psychiatrische stoornissen te beschrijven en te diagnosticeren die gepaard gaan met problemen met zelfbeheersing van emoties en gedrag. Een persoon met een externaliserende stoornis stuurt antisociaal, agressief gedrag naar buiten (extern), naar anderen, in plaats van zijn of haar gevoelens naar binnen te keren (internaliserend).

Een persoon bij wie een externaliserende stoornis is vastgesteld, heeft problemen met het beheersen van emoties en impulsen en uit deze met antisociaal gedrag dat vaak de rechten van anderen schendt. Hij of zij kan bijvoorbeeld andere mensen boos en agressief confronteren, zich verzettend tegen of "overnemen" van autoriteit cijfers of terugslaan tegen sociale grenzen.

Psychische stoornissen met externaliserend

De vijfde editie van de American Psychiatric Association's Diagnostische en statistische handleiding voor geestelijke aandoeningen (DSM-5) groepeert externaliserende stoornissen onder de formele noemer “Disruptive, Impulse-Control, and Conduct Disorders”. Ze bevatten:

Antisociale persoonlijkheids stoornis: In tegenstelling tot de andere externaliserende stoornissen, wordt deze Cluster B-persoonlijkheidsstoornis voornamelijk besproken in de DSM-5 onder de kop "Persoonlijkheidsstoornissen", waar het wordt beschreven als "een patroon van minachting voor en schending van de rechten van anderen" bij personen van 18 jaar. jaar of ouder wiens antisociaal gedrag begon vóór de leeftijd van 15 jaar.

Criteria voor het diagnosticeren van deze externaliserende stoornis omvatten combinaties van symptomen die betrekking hebben op:

  • Het negeren en schenden van de rechten van anderen: bijvoorbeeld de wet overtreden, liegen, onverantwoordelijk handelen, een roekeloze minachting tonen voor de veiligheid van jezelf of anderen, gebrek aan berouw tonen

Andere factoren: Het begin van deze externaliserende stoornis vóór de leeftijd van 15 jaar omvat aanwijzingen voor een gedragsstoornis.

Symptomen en behandelingsopties voor antisociale persoonlijkheidsstoornis

Oppositionele opstandige stoornis: Criteria voor het diagnosticeren van deze externaliserende stoornis omvatten combinaties van symptomen die betrekking hebben op:

  • Boze/prikkelbare stemming: De persoon verliest vaak 1) zijn of haar geduld, 2) is lichtgeraakt of snel geïrriteerd, 3) is boos en haatdragend
  • Argumentatief/opstandig gedrag: De persoon heeft vaak 1) ruzie met gezagsdragers of, als het een kind of tiener is, met volwassenen; 2) actief in strijd is met of weigert te voldoen aan regels of verzoeken van gezagsdragers; 3) anderen opzettelijk ergert; 4) geeft anderen de schuld van zijn of haar fouten of wangedrag
  • Wraakzucht (hatelijkheid): de persoon heeft dit gedrag in de afgelopen zes maanden minstens twee keer vertoond

Andere factoren: Het gedrag van de persoon houdt verband met zijn of haar eigen leed of dat van anderen die dicht bij hem of haar staan, of het heeft een negatieve invloed op het vermogen van de persoon om te functioneren.

Gedragsstoornis. Criteria voor het diagnosticeren van deze externaliserende stoornis omvatten combinaties van symptomen die betrekking hebben op:

  • Agressief gedrag jegens mensen en dieren: bijvoorbeeld pesten, bedreigen, intimideren, fysieke gevechten aangaan, dodelijke wapens gebruiken, mensen of dieren fysiek mishandelen
  • Vernieling van eigendommen: bijvoorbeeld het opzettelijk in brand steken of anderszins vernielen van eigendommen
  • Aan het liegen
  • Diefstal
  • Ernstige schendingen van normaal geaccepteerde gedragsregels

Andere factoren: Het gedrag van de persoon heeft een ernstige negatieve invloed op zijn of haar vermogen om sociaal of op het werk of op school te functioneren. Als de persoon 18 jaar of ouder is, voldoet hij ook niet aan de diagnostische criteria voor een antisociale persoonlijkheidsstoornis.

Pyromanie (Vuur-instelling): Criteria voor het diagnosticeren van deze externaliserende stoornis omvatten combinaties van symptomen die betrekking hebben op:

  • Meer dan eens opzettelijk vuur aansteken
  • Een gevoel van spanning of opwinding voor de handeling
  • Fascinatie voor, interesse in, nieuwsgierigheid naar of aantrekking tot vuur, de voorwerpen die zijn gebruikt om vuur te maken en de sociale gevolgen ervan
  • Gevoelens van plezier, opluchting of bevrediging tijdens en na de handeling en bij het kijken naar branden
  • Ontbreken van een achterliggende reden om branden te stichten (zoals voor geld of om een ​​strafbaar feit te verhullen)

Overige factoren: Het stichten van het vuur wordt niet beter verklaard door een manische episode of een diagnose van een gedragsstoornis of een antisociale persoonlijkheidsstoornis.

Kleptomanie (stelen): Criteria voor het diagnosticeren van deze externaliserende stoornis omvatten combinaties van symptomen die betrekking hebben op:

  • Herhaaldelijk falen om weerstand te bieden aan de impuls om voorwerpen te stelen die niet nodig zijn voor persoonlijk gebruik of voor hun geldwaarde
  • Gevoelens van toenemende spanning vlak voor de diefstal
  • Plezier, opluchting of voldoening tijdens de diefstal

Andere factoren: De diefstallen zijn niet bedoeld om woede of wraak te uiten en zijn geen reacties op wanen of hallucinaties.

Intermitterende explosieve stoornis: Criteria voor het diagnosticeren van deze externaliserende stoornis omvatten combinaties van symptomen bij personen van 6 jaar en ouder die betrekking hebben op:

  • Impulsieve, ongeplande en buitensporige verbale agressie, fysiek geweld en schade aan eigendommen die niet worden gedaan om dingen zoals geld of macht te bereiken

Andere factoren: De herhaalde agressieve uitbarstingen veroorzaken ernstig leed of functiestoornis bij de persoon die ze pleegt, hebben financiële of juridische gevolgen en kunnen niet beter worden verklaard door een andere psychiatrische of medische aandoening.

Opmerking: Bovenstaande korte beschrijvingen zijn bedoeld om u een snel overzicht te geven van de diagnostische criteria voor disruptieve, impulscontrole- en gedragsstoornissen (externaliserende stoornissen). Ze omvatten niet de vele detailniveaus die een professional in de geestelijke gezondheidszorg in overweging moet nemen bij het stellen van een van deze diagnoses. Raadpleeg uw arts voor meer informatie.