Posttraumatische stressstoornis (PTSS) en obsessief-compulsieve stoornis (OCS) zijn angststoornissen die vaak samen voorkomen bij mensen met een voorgeschiedenis van trauma. Onderzoek toont aan dat de kans dat een persoon met de diagnose PTSS binnen een jaar OCS ontwikkelt, ongeveer 30% is.
Ook heeft tussen 4% en 22% van de mensen met PTSS ook een diagnose van OCS. Dit cijfer is veel hoger dan het huidige voorkomen van OCS in de algemene bevolking, dat rond de 1% ligt.
De behandeling van OCS kan variëren als het optreedt bij PTSS, dus het is belangrijk om elk trauma met uw therapeut te bespreken. Voordat we ingaan op het verband tussen PTSS en OCS, is het belangrijk om de basisprincipes van deze psychische aandoeningen te begrijpen.
PTSS begrijpen
PTSS kan voorkomen bij mensen die een trauma hebben meegemaakt of er getuige van zijn geweest. Trauma is een gebeurtenis die lichamelijk, emotioneel of psychisch leed veroorzaakt bij een persoon. Voorbeelden kunnen zijn:
- Geweldadige relatie
- Slachtoffer worden
- Auto ongeluk
- Overlijden van een dierbare
- Natuurramp
- Relatieproblemen (bijvoorbeeld een scheiding)
Een persoon met PTSS heeft aanhoudende en verontrustende gedachten over het trauma, vaak herbeleefd door flashbacks of nachtmerries.
Diagnose stellen van PTSS
Om de diagnose PTSS te krijgen, moet een persoon gedurende een maand worden blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis en symptomen hebben. Deze symptomen kunnen zijn:
- Herinneringen aan het trauma vermijden
- Reactieve symptomen ervaren (bijvoorbeeld snel schrikken of woede-uitbarstingen hebben)
- Intense, repetitieve herinneringen
- Negatieve gedachten (bijvoorbeeld zich losgemaakt voelen van anderen)
OCS begrijpen
Hoewel veel mensen repetitief gedrag of gedreven gedachten hebben, zijn de gedachten en het gedrag van een persoon met OCS hardnekkig en verstorend voor het dagelijks functioneren.
obsessies
Obsessies zijn terugkerende en aanhoudende gedachten, impulsen en/of beelden die als opdringerig en ongepast worden beschouwd. De ervaring van obsessies veroorzaakt veel leed en angst voor een persoon.
Het is belangrijk om te begrijpen dat de obsessies bij OCS niet alleen zorgen zijn over problemen in het echte leven.
Mensen zullen (vaak tevergeefs) proberen deze terugkerende gedachten, impulsen of beelden te negeren of "weg te duwen", meestal wetende dat ze onredelijk zijn en uit hun eigen geest komen. Toch kunnen mensen met OCS hun obsessies niet onderdrukken of negeren.
dwanghandelingen
Dwanghandelingen zijn repetitief gedrag (bijvoorbeeld overmatig handen wassen, controleren, hamsteren of constant proberen om dingen om je heen op orde te brengen) of mentale rituelen (bijvoorbeeld vaak bidden, in je hoofd tellen of zinnen constant in je hoofd herhalen) dat iemand het gevoel heeft te moeten doen als reactie op de ervaring van obsessieve gedachten.
Compulsies zijn gericht op het proberen om angst te verminderen of te elimineren of om de waarschijnlijkheid van een soort gevreesde gebeurtenis of situatie te voorkomen. Net als obsessies weet iemand met OCS dat deze dwanghandelingen onlogisch zijn, wat nog meer leed veroorzaakt.
OCS diagnosticeren O
Om de diagnose OCS te krijgen, moet een persoon meer dan een uur per dag last hebben van opdringerige en oncontroleerbare obsessies en/of dwanghandelingen. Bovendien moeten deze obsessies en/of compulsies aanzienlijk leed veroorzaken en het functioneren, zoals op het werk, op school of tijd doorbrengen met vrienden, belemmeren.
Verbinding tussen PTSD en OCD
Bij zowel PTSS als OCS heeft een persoon opdringerige gedachten en gaat hij vervolgens neutraliserend gedrag vertonen om zijn angst voor deze verontrustende gedachten te verminderen. Bij PTSS probeert een persoon vaak zijn gedachten te neutraliseren door ze te onderdrukken of door ander gedrag te vertonen, zoals isolatie en vermijding.
Compulsies zijn de neutraliserende gedragingen bij OCS. Hoewel dwangmatig gedrag (zoals controleren, bestellen of hamsteren) iemand op de korte termijn meer controle, veiligheid en minder angst kan geven, kan dit gedrag op de lange termijn niet alleen de bron van de angst onvoldoende aanpakken. , kunnen ze zelfs de hoeveelheid angst die iemand ervaart vergroten.
Mensen met OCS die zich na een trauma ontwikkelen, vertonen een ander patroon van symptomen, waaronder ernstigere symptomen zoals zelfmoordgedachten, zelfverminking, paniekstoornis met agorafobie, hamsteren, dwangmatige uitgaven en grotere angst of depressie. Geen van deze zelfgerapporteerde gedragingen is echter voldoende om een formele diagnose te stellen.
Traumagerelateerde OCS behandelen
OCS wordt klassiek behandeld met exposure-therapie, waarbij een persoon wordt blootgesteld aan de stimuli die hen de angst veroorzaken en vervolgens wordt verhinderd om deel te nemen aan hun normale dwang. Maar met traumagerelateerde OCS of OCS die samen met PTSS voorkomt, heeft u mogelijk een ander type therapie nodig.
Sommige deskundigen gebruiken cognitieve gedragstherapie (CGT) voor traumagerelateerde OCS. In dit type therapie wordt een persoon geleerd hoe hij zijn opdringerige gedachten over de traumatische gebeurtenis kan ombuigen. Andere vormen van traumagerichte therapie, waaronder Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) therapie en Trauma Focused CBT, kunnen ook nuttig zijn.
Als u of een naaste worstelt met PTSS en/of OCS, neem dan contact op met de National Helpline Substance Abuse and Mental Health Services Administration (SAMHSA) op 1-800-662-4357 voor informatie over ondersteunings- en behandelfaciliteiten bij u in de buurt.
Zie onze Nationale Hulplijn Database voor meer informatie over geestelijke gezondheid.
Een woord van Verywell
Er is een vage grens tussen OCS en PTSS. Als u PTSS en/of OCS heeft, is het erg belangrijk om u te laten behandelen door een professional in de geestelijke gezondheidszorg. Zorg ervoor dat u eventuele voorgeschiedenis van trauma aan uw psycholoog of therapeut meldt, omdat dit van invloed kan zijn op uw behandelplan.