Groepsdenken is een psychologisch fenomeen dat optreedt wanneer een groep een snelle mening vormt die overeenkomt met de groepsconsensus, in plaats van de informatie kritisch te evalueren. Massahysterie kan worden gezien als een extreem voorbeeld van groepsdenken.
Groepsdenken lijkt het vaakst voor te komen wanneer een gerespecteerde of overtuigende leider aanwezig is, die leden inspireert om het met hun mening eens te zijn. Groepsdenken is soms positief, maar wordt vaker in een negatief daglicht gesteld, vooral in de VS en andere landen die individuele meningen waarderen.
De geschiedenis van groepsdenken
Groepsdenken wordt meestal geassocieerd met zaken, politiek en beleidsvorming, maar het heeft ook betrekking op de psychologie van collectieve fobieën en massahysterie.
De term 'groepsdenken' werd in het begin van de jaren zeventig bedacht door psycholoog Irving L. Janis. In 1972 publiceerde Janis zijn boek Slachtoffers van groepsdenken: een psychologische studie van beslissingen en fiasco's op het gebied van buitenlands beleid.
Janis definieert 'groepsdenken' als 'een psychologische drang naar consensus tot elke prijs die afwijkende meningen en beoordeling van alternatieven in samenhangende besluitvormingsgroepen onderdrukt'.
Janis identificeerde acht symptomen van groepsdenken, waaronder illusies van onkwetsbaarheid, onbetwiste overtuigingen, rationalisering, stereotypering, zelfcensuur, 'mind guards', illusies van unanimiteit en directe druk.
Janis gaf groepsdenken de schuld van verschillende politieke 'fiasco's', zoals de invasie van de Varkensbaai, het niet voorbereiden op de aanval op Pearl Harbor, de escalatie van de oorlog in Vietnam en de doofpotaffaire van Watergate. Geleerden hebben latere gebeurtenissen de schuld gegeven, waaronder de beslissing om de gedoemde space shuttle Challenger te lanceren, de Iran-Contra-affaire en het Enron-schandaal over groepsdenken.
Groepsdenken en massahysterie
Er wordt aangenomen dat groepsdenken toeneemt naarmate de groepscohesie toeneemt, wat het psychologische fenomeen van massahysterie kan helpen verklaren. Ook bekend als epidemische hysterie, massale psychogene ziekte en massale sociogene ziekte, is massahysterie een "een constellatie van symptomen die wijzen op organische ziekte, maar zonder een aanwijsbare oorzaak, die optreedt tussen twee of meer mensen die overtuigingen delen die verband houden met die symptomen", aldus een onderzoek uit 1997 van onderzoek door de Johns Hopkins University School of Hygiene and Public Health. Het wordt "gezien als een sociaal fenomeen waarbij overigens gezonde mensen betrokken zijn."
Sommige psychologen geloven dat massahysterie een vorm van groepsdenken is. In geval van massahysterie ontwikkelen de groepsleden allemaal een gemeenschappelijke angst die vaak uitmondt in paniek.
De groepsleden voeden zich met elkaars emotionele reacties, waardoor de paniek escaleert. De heksenprocessen in Salem en de paniek over de radio-uitzending van de War of the Worlds kunnen worden gezien als voorbeelden van massahysterie in verband met groepsdenken.
Een wijdverbreid geval van mogelijke massahysterie deed zich voor in 2011 in de staat New York toen tienermeisjes van dezelfde middelbare school een onverklaarbare spiertrekkingsstoornis begonnen te vertonen.
Groepsdenken in het dagelijks leven
Naast het veroorzaken van massahysterie, kan groepsdenken onafhankelijk denken zowel op school als op de werkplek ontmoedigen.