Problemen die optreden tijdens prenatale ontwikkeling

Inhoudsopgave:

Anonim

In de meeste gevallen verloopt de prenatale ontwikkeling normaal en volgt deze de vastgestelde ontwikkelingspatronen met weinig variatie. In deze periode kunnen er echter een aantal dingen misgaan, meestal veroorzaakt door genetische of milieuproblemen.

Genetische problemen

Genetica speelt een grote rol bij de ontwikkeling. In sommige gevallen kunnen genetische problemen ontstaan ​​die zowel de huidige als toekomstige groei van het zich ontwikkelende kind in de baarmoeder kunnen beïnvloeden.

  • Syndroom van Down: Het syndroom van Down, ook bekend als trisomie 21, is de meest voorkomende genetische afwijking tijdens de prenatale ontwikkeling. Het syndroom van Down wordt veroorzaakt door een extra kopie van de 21 chromosomen (wat betekent dat er drie chromosomen zijn in plaats van de gebruikelijke twee) en treft ongeveer 1 op de elke 1.000 baby's. Typische kenmerken van het syndroom van Down zijn onder meer afgeplatte gelaatstrekken, hartafwijkingen en verstandelijke beperkingen. Het risico op het krijgen van een kind met het syndroom van Down neemt toe met de leeftijd van de moeder.
  • Erfelijke ziekten: Een aantal ziekten kan worden geërfd als een of beide ouders een gen voor de ziekte dragen. Voorbeelden van erfelijke ziekten zijn sikkelcelanemie, cystische fibrose en de ziekte van Tay-Sachs. Genetische tests kunnen vaak bepalen of een ouder drager is van genen voor een specifieke ziekte.
  • Seks-chromosoomproblemen: Het derde type genetisch probleem betreft geslachtschromosomen. Deze omvatten aandoeningen zoals het syndroom van Klinefelter (een extra X-chromosoom) en het syndroom van Turner (een enkel X-chromosoom).

Milieuproblemen

Omgevingsvariabelen kunnen ook een belangrijke rol spelen bij de prenatale ontwikkeling. Schadelijke omgevingselementen die de foetus kunnen beïnvloeden, staan ​​bekend als: teratogenen. Een aantal teratogenen kan de foetus schaden, waaronder:

  • Drugsgebruik door de moeder: Het gebruik van middelen door de moeder kan verwoestende gevolgen hebben voor de foetus. Roken is gekoppeld aan een laag geboortegewicht, wat kan resulteren in een verzwakt immuunsysteem, slechte ademhaling en neurologische stoornissen. Alcoholgebruik kan leiden tot foetaal alcoholsyndroom, dat verband houdt met hartafwijkingen, misvormingen van het lichaam en een verstandelijke beperking. Het gebruik van illegale psychoactieve drugs zoals cocaïne en methamfetamine is ook gekoppeld aan een laag geboortegewicht en neurologische stoornissen.
  • Maternale ziekte: Een aantal maternale ziekten kunnen een negatieve invloed hebben op de foetus, waaronder herpes, rubella en aids. Het herpesvirus is een van de meest voorkomende maternale ziekten en kan op de foetus worden overgedragen, wat leidt tot doofheid, zwelling van de hersenen of een verstandelijke beperking. Vrouwen met het herpesvirus worden vaak aangemoedigd om via een keizersnede te bevallen om overdracht van het virus te voorkomen.

De prenatale periode is een tijd van enorme groei en ook van grote kwetsbaarheid. Een aantal gevaren kan een potentieel risico vormen voor de groeiende foetus. Sommige van deze gevaren, zoals milieurisico's door teratogenen en drugsgebruik, kunnen worden voorkomen of geminimaliseerd. In andere gevallen kunnen genetische problemen gewoon onvermijdelijk zijn. In beide gevallen kan vroege prenatale zorg nieuwe moeders en kinderen helpen om te gaan met mogelijke problemen met prenatale ontwikkeling.