Biologische paraatheid is het idee dat mensen en dieren inherent geneigd zijn om associaties te vormen tussen bepaalde stimuli en reacties. Dit concept speelt een belangrijke rol bij het leren, met name bij het begrijpen van het klassieke conditioneringsproces.
Sommige associaties vormen zich gemakkelijk omdat we aanleg hebben om dergelijke verbanden te vormen, terwijl andere associaties veel moeilijker te vormen zijn omdat we niet van nature geneigd zijn om ze te vormen.
Er is bijvoorbeeld gesuggereerd dat biologische paraatheid verklaart waarom bepaalde soorten fobieën de neiging hebben zich gemakkelijker te vormen. We hebben de neiging een angst te ontwikkelen voor dingen die een bedreiging kunnen vormen voor ons voortbestaan, zoals hoogtes, spinnen en slangen. Degenen die leerden om dergelijke gevaren gemakkelijker te vrezen, hadden meer kans om te overleven en zich voort te planten.
Biologische paraatheid Werken met klassieke conditionering
Een goed voorbeeld van biologische paraatheid aan het werk in het klassieke conditioneringsproces is de ontwikkeling van smaakaversie. Heb je ooit iets gegeten en daarna ziek geworden? De kans is waarschijnlijk groot dat je in de toekomst niet meer van dat specifieke voedsel hebt gegeten, zelfs als het niet het voedsel was dat je ziekte veroorzaakte.
Waarom leggen we zo gemakkelijk associaties tussen de smaak van voedsel en ziekte? Zulke associaties zouden we net zo goed kunnen vormen tussen mensen die aanwezig waren toen we ziek werden, de locatie van de ziekte of specifieke objecten die aanwezig waren.
Biologische paraatheid is de sleutel.
Mensen (en dieren) hebben een aangeboren aanleg om associaties te vormen tussen smaken en ziekte. Waarom? Het is hoogstwaarschijnlijk te wijten aan de evolutie van overlevingsmechanismen.
Soorten die gemakkelijk dergelijke associaties tussen voedsel en ziekte vormen, zullen dit voedsel in de toekomst vaker vermijden, waardoor hun overlevingskansen en de kans dat ze zich zullen voortplanten, worden gewaarborgd.
Veel fobie-objecten hebben betrekking op dingen die mogelijk een bedreiging vormen voor de veiligheid en het welzijn. Slangen, spinnen en gevaarlijke hoogten zijn allemaal dingen die potentieel dodelijk kunnen zijn. Biologische paraatheid zorgt ervoor dat mensen de neiging hebben om angstassociaties te vormen met deze bedreigende opties. Vanwege die angst hebben mensen de neiging om die mogelijke gevaren te vermijden, waardoor de kans groter is dat ze zullen overleven. Omdat deze mensen meer kans hebben om te overleven, hebben ze ook meer kans om kinderen te krijgen en de genen door te geven die bijdragen aan dergelijke angstreacties.