Wat is het libido in de psychologie?

Inhoudsopgave:

Anonim

Libido is een term die in de psychoanalytische theorie wordt gebruikt om de energie te beschrijven die wordt gecreëerd door overlevings- en seksuele instincten. Volgens Sigmund Freud maakt het libido deel uit van het id en is het de drijvende kracht achter al het gedrag. Hoewel de term 'libido' in de wereld van vandaag een openlijk seksuele betekenis heeft gekregen, vertegenwoordigde het voor Freud alle psychische energie en niet alleen seksuele energie.

Freudiaanse opvattingen over het libido

Freud geloofde dat het ID het enige deel van de persoonlijkheid was dat vanaf de geboorte aanwezig was. Het id, opperde hij, was een reservoir van onbewuste, oer-energie

Het id zoekt plezier en eist de onmiddellijke bevrediging van zijn verlangens. Het is het id dat dient als de bron van onze wensen en impulsen.

Het libido en de id

Hoe werkt het libido in de id? Het id wordt bepaald door wat Freud het lustprincipe noemde. In wezen probeert het id alle acties en processen van het lichaam te sturen om zoveel mogelijk plezier te bereiken.

Omdat het ID bijna volledig onbewust is, zijn mensen zich niet eens bewust van veel van deze driften.

Het ID eist onmiddellijke bevrediging van zelfs onze meest elementaire behoeften. Als de id zijn zin had, zou je nemen wat je wilt, wanneer je wilt, ongeacht de situatie. Dit zou uiteraard voor serieuze problemen zorgen. Onze wensen en verlangens zijn niet altijd gepast, en ernaar handelen kan ernstige gevolgen hebben.

De invloed van het ego

Dus, wat weerhoudt mensen ervan om simpelweg te handelen naar hun meest basale instincten en verlangens? Het ego is het deel van de persoonlijkheid dat belast is met het benutten van de libidinale energie van het id en ervoor moet zorgen dat deze driften op acceptabele manieren worden uitgedrukt. Het wordt beheerst door het realiteitsprincipe, dat erop gericht is de persoon te helpen zijn doelen te bereiken op een manier die realistisch en acceptabel is.

Dus, terwijl de libidinale verlangens van de id je misschien vertellen om die donut van de winkelplank te pakken en hem meteen op te eten, regeert het ego in deze impuls. In plaats daarvan onderneem je de sociaal aanvaardbare acties om de donuts in je winkelwagentje te plaatsen, ze aan de kassa te betalen en ze mee naar huis te nemen voordat je eindelijk toegeeft aan je drang om de smakelijke traktatie te eten.

De rol van het superego

Een verdere complicatie aan dit proces is het superego. Het superego is het deel van de persoonlijkheid dat de idealen en moraal omvat die zijn geïnternaliseerd door ouders, gezagsdragers en de samenleving. Het ego moet bemiddelen tussen de basiseisen die door het libido worden gecreëerd en de idealistische normen die door het superego worden opgelegd.

Het libido en fixatie

De manier waarop het libido tot uiting komt, hangt af van het ontwikkelingsstadium waarin een persoon zich bevindt. Volgens Freud ontwikkelen kinderen zich door een reeks psychoseksuele stadia. In elk stadium is het libido gericht op een specifiek gebied. Als het met succes wordt behandeld, gaat het kind naar de volgende ontwikkelingsfase en groeit het uiteindelijk uit tot een gezonde, succesvolle volwassene.

In sommige gevallen kan de focus op iemands libidinale energie gefixeerd blijven in een eerder ontwikkelingsstadium in wat Freud fixatie noemde. Wanneer dit gebeurt, kan de energie van het libido te veel gebonden zijn aan deze ontwikkelingsfase en zal de persoon in deze fase "vastzitten" totdat het conflict is opgelost.

De eerste fase van Freuds theorie van psychoseksuele ontwikkeling is bijvoorbeeld de orale fase. Gedurende deze tijd is het libido van een kind gecentreerd op de mond, dus activiteiten zoals eten, zuigen en drinken zijn belangrijk.

Als een orale fixatie optreedt, blijft de libidinale energie van een volwassene gericht op deze fase, wat kan leiden tot problemen zoals nagelbijten, drinken, roken en andere gewoonten.

De energie van het libido is beperkt

Freud geloofde ook dat elk individu slechts zoveel libido-energie had. Omdat de hoeveelheid beschikbare energie beperkt is, suggereerde hij dat verschillende mentale processen strijden om wat beschikbaar is.

Freud suggereerde bijvoorbeeld dat de handeling van onderdrukking, of het buiten bewustzijn houden van herinneringen, een enorme hoeveelheid psychische energie vereist. Elk mentaal proces dat zoveel energie vereist om in stand te houden, heeft een effect op het vermogen van de geest om normaal te functioneren.

Het doel van de psychoanalyse, meende Freud, was om de onbewuste libidinale drang naar het bewustzijn te brengen. Door dit te doen, zouden dergelijke driften bewust kunnen worden aangepakt zonder te veel te vertrouwen op de afweermechanismen van het ego.

Moderne kijk op de Libido

Afgezien van zijn freudiaanse oorsprong, wordt de term libido tegenwoordig het meest gebruikt in verwijzing naar iemands zin in seks. Het libido omvat meer dan alleen het biologische verlangen naar seks, maar ook de psychologische en sociale factoren die bijdragen aan seksuele activiteit.

Het moderne gebruik van de term libido komt waarschijnlijk voort uit Freuds oorspronkelijke gebruik van de term om van toepassing te zijn op seksueel verlangen. Naarmate Freud zijn ideeën verder ontwikkelde, begon hij het libido echter te zien als meer dan alleen seksuele driften en meer als een algemeen levensinstinct dat ook overlevingsinstincten en andere motivaties omvat.

Enkele factoren die het libido of de zin in seks kunnen beïnvloeden zijn:

  • Medische en gezondheidsproblemen kan ook iemands verlangen naar seks beïnvloeden. Medische aandoeningen zoals ziekte, vermoeidheid en medicijnen kunnen het libido vaak verlagen. Seksuele stoornissen, waaronder een hypoactieve seksuele driftstoornis en seksuele opwindingsstoornis bij vrouwen, kunnen ook leiden tot een verminderde libidinale drift.
  • Psychologische factoren die het libido kunnen beïnvloeden, zijn onder meer stress, persoonlijkheid, leeftijd, relatiestatus, levensstijl en ervaringen uit het verleden. Seksueel misbruik en trauma kunnen bijvoorbeeld het libido beïnvloeden. Andere zaken zoals lichaamsbeeld, zelfrespect en depressie kunnen er ook voor zorgen dat mensen minder naar seks verlangen.
  • Geslachtshormonen, waaronder testosteron en oestrogeen, creëren de biologische drang naar seks en helpen het libido te reguleren.
  • Maatschappelijke kwesties waaronder eenzaamheid, slechte relaties en intimiteitsproblemen kunnen ook het libido dempen.

Boost je libido

Een laag libido is een veelvoorkomend probleem. Onderzoek wijst uit dat 15% van de mannen en bijna 32% van de vrouwen een laag seksueel verlangen hebben. Onderzoek heeft echter ook aangetoond dat een aantal veranderingen in levensstijl het libido kunnen verhogen.

Praat met uw arts

Hormonale veranderingen in verband met anticonceptie kunnen vaak leiden tot een laag libido. Bespreek uw opties met uw arts. In sommige gevallen kan het helpen om over te stappen op een ander medicijn of andere methode. Andere medicijnen, zoals antidepressiva, kunnen ook van invloed zijn op uw geslachtsdrift, dus het kan nuttig zijn om uw andere medicijnen te controleren.

Controleer uw stressniveaus

Overmatige stress kan uw libido aantasten, dus het vinden van manieren om te ontspannen en effectief met stress om te gaan, kan seks en intimiteit verbeteren.

Oefening

Lichaamsbeweging heeft veel positieve voordelen, waaronder het verbeteren van de zin in seks.

Eén studie toonde aan dat korte perioden van lichaamsbeweging de fysieke seksuele opwinding verbeteren bij vrouwen die antidepressiva gebruikten

Een woord van Verywell

Het concept van het libido blijft een belangrijke rol spelen in de psychoanalyse, maar de term heeft in zijn moderne gebruik een iets andere betekenis gekregen. Als we het tegenwoordig hebben over het libido, verwijzen we waarschijnlijk naar het algemene idee van het verlangen naar seks.

Naast biologische invloeden kunnen een aantal factoren een rol spelen bij het libido, waaronder psychologische en sociale factoren. Als u zich zorgen maakt over uw libido, overweeg dan om met uw arts of geestelijke gezondheidswerker te praten.