Het Hawthorne-effect en gedragsstudies

Inhoudsopgave:

Anonim

Het Hawthorne-effect is een term die verwijst naar de neiging van sommige mensen om harder te werken en beter te presteren als ze deelnemen aan een experiment. De term wordt vaak gebruikt om te suggereren dat individuen hun gedrag kunnen veranderen vanwege de aandacht die ze krijgen van onderzoekers in plaats van vanwege enige manipulatie van onafhankelijke variabelen.

Het Hawthorne-effect is uitgebreid besproken in psychologiehandboeken, met name die gewijd aan industriële en organisatiepsychologie. Onderzoek suggereert echter dat veel van de oorspronkelijke beweringen over het effect misschien overdreven zijn.

Geschiedenis

Het Hawthorne-effect werd voor het eerst beschreven in de jaren vijftig door onderzoeker Henry A. Landsberger tijdens zijn analyse van experimenten die in de jaren twintig en dertig werden uitgevoerd. Het fenomeen is vernoemd naar de locatie waar de experimenten plaatsvonden, het elektriciteitsbedrijf Hawthorne Works van Western Electric, net buiten Hawthorne, Illinois.

Het elektriciteitsbedrijf had onderzoek laten doen om vast te stellen of er een verband was tussen productiviteit en werkomgevingen. Het oorspronkelijke doel van de Hawthorne-studies was om te onderzoeken hoe verschillende aspecten van de werkomgeving, zoals verlichting, de timing van pauzes en de lengte van de werkdag, van invloed waren op de productiviteit van werknemers.

In de beroemdste van de experimenten was de focus van het onderzoek om te bepalen of het verhogen of verlagen van de hoeveelheid licht die werknemers ontvingen een effect zou hebben op hoe productief werknemers waren tijdens hun diensten. In het oorspronkelijke onderzoek leek de productiviteit van de werknemers toe te nemen als gevolg van de veranderingen, maar nam vervolgens af toen het experiment voorbij was.

Wat de onderzoekers in de oorspronkelijke onderzoeken ontdekten, was dat bijna elke verandering in de experimentele omstandigheden leidde tot een verhoging van de productiviteit. De productiviteit nam bijvoorbeeld toe wanneer de verlichting werd verlaagd tot het niveau van kaarslicht, wanneer pauzes volledig werden geëlimineerd en wanneer de werkdag werd verlengd.

De onderzoekers concludeerden dat werknemers reageerden op de toegenomen aandacht van supervisors. Dit suggereerde dat de productiviteit toenam door aandacht en niet door veranderingen in de experimentele variabelen.

Landsberger definieerde het Hawthorne-effect als een kortetermijnverbetering van de prestaties veroorzaakt door het observeren van werknemers. Onderzoekers en managers grepen deze bevindingen snel aan. Latere studies suggereerden echter dat deze eerste conclusies niet weerspiegelden wat er werkelijk gebeurde.

De term Hawthorne-effect wordt nog steeds veel gebruikt om productiviteitsverhogingen als gevolg van deelname aan een onderzoek te beschrijven, maar aanvullende onderzoeken hebben vaak weinig ondersteuning geboden of hebben het effect zelfs helemaal niet gevonden.

Vervolgonderzoek

Later onderzoek naar het Hawthorne-effect suggereerde dat de oorspronkelijke resultaten mogelijk overdreven waren. In 2009 analyseerden onderzoekers van de Universiteit van Chicago de oorspronkelijke gegevens opnieuw en ontdekten dat andere factoren ook een rol speelden bij de productiviteit en dat het oorspronkelijk beschreven effect op zijn best zwak was.

Onderzoekers ontdekten ook de originele gegevens van de Hawthorne-onderzoeken en ontdekten dat veel van de later gerapporteerde beweringen over de bevindingen eenvoudigweg niet door de gegevens worden ondersteund. Ze vonden echter subtielere weergaven van een mogelijk Hawthorne-effect

Hoewel sommige aanvullende onderzoeken geen sterk bewijs van het Hawthorne-effect hebben gevonden, is een systematische review uit 2014 gepubliceerd in de Tijdschrift voor klinische epidemiologie gevonden dat onderzoeksparticipatie-effecten bestaan. Na het bekijken van de resultaten van 19 verschillende onderzoeken, concludeerden de onderzoekers dat deze effecten duidelijk optreden, maar er moet meer onderzoek worden gedaan om te bepalen hoe ze werken, de impact die ze hebben en waarom ze optreden.

Andere verklaringen

Hoewel het Hawthorne-effect van invloed kan zijn op het gedrag van deelnemers aan experimenten, kunnen er ook andere factoren een rol spelen bij deze veranderingen. Enkele factoren die van invloed kunnen zijn op productiviteitsverbeteringen zijn:

  • Vraagkenmerken:: In experimenten tonen onderzoekers soms subtiele aanwijzingen die deelnemers laten weten wat ze hopen te vinden. Dientengevolge zullen proefpersonen hun gedrag veranderen om de hypothese van de onderzoeker te helpen bevestigen.
  • Nieuwe effecten: De nieuwigheid van het hebben van onderzoekers om gedrag te observeren, kan ook een rol spelen. Dit kan leiden tot een aanvankelijke toename van de prestaties en productiviteit die uiteindelijk kan afvlakken naarmate het experiment vordert.
  • Prestatiefeedback: In situaties waarbij de productiviteit van werknemers betrokken was, resulteerde verhoogde aandacht van onderzoekers ook in verhoogde prestatiefeedback. Deze verhoogde feedback kan zelfs leiden tot een verbetering van de productiviteit.

Hoewel het Hawthorne-effect vaak is overdreven, is de term nog steeds nuttig als algemene verklaring voor psychologische factoren die van invloed kunnen zijn op hoe mensen zich in een experiment gedragen.

Hoe het Hawthorne-effect te verminderen?

Om onderzoekers de resultaten van experimenten te laten vertrouwen, is het essentieel om potentiële problemen en bronnen van vooringenomenheid zoals het Hawthorne-effect te minimaliseren. Dus wat kunnen onderzoekers doen om deze effecten in hun experimentele studies te minimaliseren?

  • Experimenten uitvoeren in natuurlijke omgevingen: Een manier om vraagkenmerken en andere potentiële bronnen van experimentele vooringenomenheid te helpen elimineren of minimaliseren, is het gebruik van naturalistische observatietechnieken. Dit is echter gewoon niet altijd mogelijk.
  • Reacties volledig anoniem maken: Een andere manier om deze vorm van vooringenomenheid tegen te gaan is om de antwoorden van de deelnemers in een experiment volledig anoniem of vertrouwelijk te maken. Op deze manier is de kans kleiner dat deelnemers hun gedrag veranderen als gevolg van deelname aan een experiment.

Een woord van Verywell

Veel van de oorspronkelijke bevindingen van de Hawthorne-onderzoeken zijn sindsdien overdreven of onjuist gebleken, maar de term is op grote schaal gebruikt in de psychologie, economie, het bedrijfsleven en andere gebieden. Meer recente bevindingen ondersteunen het idee dat deze effecten optreden, maar hoeveel invloed ze daadwerkelijk hebben op de resultaten blijft de vraag. Tegenwoordig wordt de term nog steeds vaak gebruikt om te verwijzen naar gedragsveranderingen die het gevolg kunnen zijn van deelname aan een experiment.