De theorie van Piaget suggereert dat kinderen een reeks van vier verschillende stadia van cognitieve ontwikkeling doorlopen. Deze stadia omvatten talrijke aspecten van mentale ontwikkeling, waaronder die van redeneren, taal, moraal en geheugen. Piaget geloofde dat kinderen een actieve rol spelen in deze cognitieve ontwikkeling en kennis opbouwen terwijl ze met de wereld omgaan.
Het sensomotorische stadium is het vroegste in Piagets theorie van cognitieve ontwikkeling. Hij beschreef deze periode als een tijd van enorme groei en verandering.
Overzicht
Tijdens deze eerste ontwikkelingsfase gebruiken kinderen vaardigheden en capaciteiten waarmee ze zijn geboren (zoals kijken, zuigen, grijpen en luisteren) om meer over de omgeving te leren. Met andere woorden, ze ervaren de wereld en doen kennis op via hun zintuigen en motorische bewegingen. Door vallen en opstaan ontdekken kinderen meer over de wereld om hen heen.
Piaget heeft ervoor gekozen om deze fase de 'sensomotorische' fase te noemen, omdat baby's via de zintuigen en motorische vaardigheden een basisbegrip krijgen van de wereld om hen heen. De vaardigheden waarmee een baby wordt geboren - zien, horen, ruiken, proeven en aanraken, gecombineerd met fysieke capaciteiten die zich blijven ontwikkelen - waaronder aanraken, grijpen en proeven - stellen baby's in staat om met elkaar om te gaan en bewustzijn op te bouwen over zichzelf en wat er om hen heen is hen.
Terwijl kinderen omgaan met hun omgeving, maken ze in relatief korte tijd een verbazingwekkende hoeveelheid cognitieve groei door - het sensomotorische stadium duurt van de geboorte tot ongeveer 2 jaar.
substadia
Zoals elke ouder of verzorger kan bevestigen, gebeurt er tijdens de eerste twee jaar van het leven van een kind veel van leren en ontwikkeling. De sensomotorische fase kan worden onderverdeeld in zes afzonderlijke subfasen die worden gekenmerkt door de ontwikkeling van een nieuwe vaardigheid:
Reflexen (0-1 maand)
Tijdens dit substadium begrijpt het kind de omgeving puur door aangeboren reflexen zoals zuigen en kijken.
Primaire circulaire reacties (1-4 maanden)
Dit substadium omvat het coördineren van sensatie en nieuwe schema's. Een kind kan bijvoorbeeld per ongeluk op zijn of haar duim zuigen en de handeling later opzettelijk herhalen. Deze acties worden herhaald omdat het kind ze plezierig vindt.
Secundaire circulaire reacties (4-8 maanden)
Tijdens deze subfase wordt het kind meer gefocust op de wereld en begint het opzettelijk een actie te herhalen om een reactie in de omgeving op te wekken. Een kind zal bijvoorbeeld doelbewust een stuk speelgoed oppakken om het in zijn of haar mond te stoppen.
Coördinatie van reacties (8-12 maanden)
Tijdens deze subfase begint het kind duidelijk opzettelijke acties te vertonen. Het kind kan ook schema's combineren om een gewenst effect te bereiken. Kinderen beginnen de omgeving om hen heen te verkennen en zullen vaak het waargenomen gedrag van anderen imiteren. Het begrip van objecten begint ook gedurende deze tijd en kinderen beginnen bepaalde objecten te herkennen als hebbende specifieke eigenschappen. Een kind kan zich bijvoorbeeld realiseren dat een rammelaar een geluid maakt als hij wordt geschud.
Tertiaire circulaire reacties (12-18 maanden)
Kinderen beginnen een periode van trial-and-error-experimenten tijdens de vijfde subfase. Een kind kan bijvoorbeeld verschillende geluiden of acties uitproberen om de aandacht van een verzorger te krijgen.
Vroeg representatief denken (18-24 maanden)
Kinderen beginnen symbolen te ontwikkelen om gebeurtenissen of objecten in de wereld weer te geven in het laatste sensomotorische substadium. Gedurende deze tijd beginnen kinderen de wereld te begrijpen door mentale operaties in plaats van puur door acties.
Object permanentie
Volgens Piaget is het ontwikkelen van objectduurzaamheid een van de belangrijkste prestaties in het sensomotorische ontwikkelingsstadium.
Objectduurzaamheid is het begrip van een kind dat objecten blijven bestaan, ook al kunnen ze niet worden gezien of gehoord
Stel je bijvoorbeeld een spelletje kiekeboe voor. Een heel jong kind zal geloven dat de andere persoon of het object daadwerkelijk is verdwenen en zal geschokt of geschrokken reageren wanneer het object weer verschijnt. Oudere baby's die objectduurzaamheid begrijpen, zullen zich realiseren dat de persoon of het object blijft bestaan, zelfs als het niet wordt gezien.
Dit is een klassiek voorbeeld van hoe in deze fase de kennis van een baby van de wereld beperkt is tot zijn of haar zintuiglijke waarnemingen en motorische activiteiten en hoe gedrag beperkt is tot eenvoudige motorische reacties veroorzaakt door zintuiglijke prikkels.
Een woord van Verywell
De sensomotorische fase dient als een belangrijke basis in de ontwikkeling en geeft kinderen de vaardigheden die ze nodig hebben naar de volgende ontwikkelingsfase. Als kinderen de volgende fase ingaan, beginnend rond de leeftijd van twee, beginnen ze symbolische gedachten te ontwikkelen, waardoor ze hun taal-, verbeeldings- en geheugenvaardigheden kunnen verbeteren.
Wat gebeurt er in de preoperationele fase?